
Immigratieprocedures
Administratieve procedures | Immigratieprocedures
Immigratieprocedures gaan over toegang en legaal verblijf; of uw gast de grens over mag naar Nederland en vervolgens of hij tijdens het verblijf in Nederland legaal verblijf heeft. Afhankelijk van zijn nationaliteit heeft uw gast een inreisvisum en/of verblijfsvergunning nodig. Daarnaast zijn er na aankomst van uw gast doorgaans formaliteiten af te handelen. Welke procedure van toepassing is, is in de eerste plaats afhankelijk van de nationaliteit van uw gast en de duur van het verblijf.
Nederland hanteert 4 landengroepen waarbij verschillende procedures nodig zijn met betrekking tot toelating & verblijf en toegang tot de arbeidsmarkt. Bepaal tot welke landengroep uw gast behoort om vervolgens inzicht te krijgen in de benodigde procedures.
- Landengroep 1 (EU/EER onderdanen & Zwitserland) : België, IJsland, Roemenië, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Kroatië, Ierland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Zweden & Zwitserland.
- Landengroep 2 : Australië, Canada, Japan, Monaco, Nieuw-Zeeland, Vaticaanstad, Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk & Zuid-Korea.
- Landengroep 3: Albanië, Andorra, Antigua en Barbuda, Argentinië, Bosnië, Brazilië, Brunei, Chili, Colombia, Costa Rica, El Salvador, Het Gemenebest Dominica, Georgië, Guatemala, Grenada. Honduras, Israël, Macedonië, Maleisië, Mauritius, Mexico, Moldavië, Montenegro, Nicaragua, Oekraïne, Palau, Panama, Paraguay, Peru, Tonga, Trinidad en Tobago, Vanuatu, Samoa, San Marino, Servië, Singapore, St. Lucia, St. Vincent en de Grenadines, Taiwan, Uruguay, Venezuela & Verenigde Arabische Emiraten.
- Landengroep 4: Alle overige landen.
De 4 landengroepen waarbij verschillende procedures nodig zijn met betrekking tot toelating, verblijf & toelating tot de arbeidsmarkt zijn gebasseerd op dit overzicht van Nuffic met immigratieprocedures_per_nationaliteit_2021_0.pdf
Landengroep 1: EU/EER onderdanen & Zwitserland
België, IJsland, Roemenië, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Kroatië, Ierland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Zweden & Zwitserland.
Kort verblijf
Gasten uit EU-/EER-landen en Zwitserland mogen zich vrij vestigen in Nederland en hebben dus geen inreisvisum of verblijfsvergunning nodig, ook wel vrij verkeer van personen genoemd. Wanneer uw gast korter dan 4 maanden verblijft hoeft uw gast niks te doen, ook een inschrijving bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is niet nodig. Lees meer over werken en wonen van uw Europese of Zwitserse gast op de website van Rijksoverheid over Europese arbeidsmigranten.
Lang verblijf
Ook bij lang verblijf geldt ook vrij verkeer van personen voor gasten uit EU-/EER-landen en Zwitserland, zich vrij mogen vestigen in Nederland en hebben dus geen inreisvisum of verblijfsvergunning nodig. Wel moet uw gast bij een verblijf van langer dan 4 maanden zich inschrijven bij de Basisregistratie Personen (BRP) via de gemeente waar uw gast woont, er zal dan ook een Burger Service Nummer (BSN) worden afgegeven aan uw gast. De BRP bevat persoonsgegevens van alle inwoners van de gemeente. De informatie in de BRP is leidend voor organisaties als de Belastingdienst, de IND en de Sociale Verzekeringsbank. Dit betekent dat zij de gegevens gebruiken zoals die in de BRP vermeld staan. Op deze webpagina van de Rijksoverheid kunt u lezen wanneer een bezoeker zich moet inschrijven in de BRP.
Het hebben van rechtmatig verblijf in Nederland is een voorwaarde voor inschrijving in de BRP. Ook de persoonsgegevens van Nederlanders in het buitenland staan in de BRP. Lees meer hierover op de website van Rijksoverheid over Registratie Niet Ingezetenen (RN).
Terugkeervisum
Een terugkeervisum is een sticker die in het paspoort wordt geplakt. Met deze sticker kan uw gast terugkeren naar Nederland als hij nog geen (nieuwe) verblijfsvergunning heeft. Echter heeft uw gast heeft de nationaliteit van een land uit landengroep 1, daarom heeft hij alleen een geldig paspoort nodig om terug te kunnen keren naar Nederland.
Tewerkstellingsvergunning voor de arbeidsmarkt
Gasten uit EU-/EER-landen en Zwitserland hebben ook vrije toegang tot de arbeidsmarkt, ook wel vrij verkeer van werknemers genoemd. Uw gast heeft dan ook geen tewerkstellingsvergunning nodig.
Landengroep 2
Australië, Canada, Japan, Monaco, Nieuw-Zeeland, Vaticaanstad, Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk & Zuid-Korea.
Kort verblijf
Gasten uit landengroep 2 hoeven op basis van hun nationaliteit geen Visum Kort Verblijf (VKV) aan te vragen en mogen maximaal 90 dagen binnen 180 dagen in Nederland verblijven zonder visum. Dit wordt 'verblijf in de vrije termijn' genoemd. Deze groep moet wel in het bezit zijn van een geldig paspoort of ander geldig grensoverschrijdingsdocument.
Maximale duur: 90 in 180 dagen regel
De maximale duur van een visum alsook van de vrije termijn is 90 dagen binnen 180 dagen. Dit betekent dat iemand die 90 dagen in het Schengengebied is geweest, pas weer terug mag komen nadat hij 90 dagen buiten het gebied is geweest. Als iemand de 90 dagen periode niet in een onafgebroken termijn opneemt, maar in kortere perioden, dan moet je kijken of de persoon terugkijkend per dag voldoet aan de 90 binnen 180 dagen regel én vooruitkijkend dat iemand zal voldoen aan deze regel.
- Een Chinees wil in maart en april in Nederland komen én in juli en augustus. Dat zijn in totaal 61 plus 62 dagen = 123 dagen. Daarmee wordt de 90 dagen termijn overschreden. Dit kan niet.
- Een Vietnamees wil steeds een maand in NL en een maand buiten Schengen verblijven vanaf 1 september tot eind juli het jaar erop. September is 30 dagen. November is 30 dagen. Januari is 31 dagen. Maart is 31 dagen. Mei is 31 dagen. Juli is 31 dagen. Op elk moment in het jaar moet je 180 dagen terug kunnen kijken en voldoen aan de 90 binnen die 180 dagen. Dat kan alleen als de Vietnamees maximaal 30 dagen per keer in Schengen is bijvoorbeeld. Of om de drie maanden een paar dagen korter komt.
- Een Ghanese wil vanaf 1 april 2 maanden in Nederland gastcolleges komen geven. Dat past prima binnen de 90 dagen. Echter zij heeft in Frankrijk 5 weken verblijf gehad in januari en februari voorafgaand aan de 1 april. Dan moeten de dagen in Frankrijk (een ander Schengenland) opgeteld worden bij de dagen die zij in NL zal verblijven. Het totaal mag niet boven de 90 uitkomen over een periode van 180 dagen. Daar komt zij nu wel overheen. Ze zal eerder moeten vertrekken dan eind mei.
Lang verblijf
Wanneer uw (niet EU-)gast langer dan 90 dagen in Nederland wil verblijven, wordt het verblijf aangemerkt als lang verblijf. Uw gast heeft dan een verblijfsvergunning nodig om in Nederland te verblijven. Op lang verblijf is de Nederlandse Vreemdelingenwet van toepassing. De Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) voert de Vreemdelingenwet uit, zij bepalen of iemand een verblijfsvergunning krijgt. Gasten uit landengroep 2 moeten op basis van hun nationaliteit een Verblijfsvergunning Regulier (VVR) aanvragen.
Verblijfsvergunning (VVR)
Een verblijfsvergunning ziet eruit als een plastic kaart ter grootte van een bankpasje. Met dit document toont uw gast aan dat hij legaal in Nederland verblijft. Een verblijfsvergunning wordt altijd voor een bepaald doel verleend, bijvoorbeeld voor studie, werken als kennismigrant etc. Met de verblijfsvergunning kan uw gast Nederland in- en uitreizen. Ook mag hij door het Schengengebied reizen. Het verblijf in andere Schengenlanden is echter beperkt tot maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen. Als uw gast langer in een ander Schengenland wil verblijven, zijn de lokale immigratieprocedures van dat land van toepassing.
Maximale duur: 90 in 180 dagen regel
De maximale duur van een visum alsook van de vrije termijn is 90 dagen binnen 180 dagen. Dit betekent dat iemand die 90 dagen in het Schengengebied is geweest, pas weer terug mag komen nadat hij 90 dagen buiten het gebied is geweest. Als iemand de 90 dagen periode niet in een onafgebroken termijn opneemt, maar in kortere perioden, dan moet je kijken of de persoon terugkijkend per dag voldoet aan de 90 binnen 180 dagen regel én vooruitkijkend dat iemand zal voldoen aan deze regel.
- Een Chinees wil in maart en april in Nederland komen én in juli en augustus. Dat zijn in totaal 61 plus 62 dagen = 123 dagen. Daarmee wordt de 90 dagen termijn overschreden. Dit kan niet.
- Een Vietnamees wil steeds een maand in NL en een maand buiten Schengen verblijven vanaf 1 september tot eind juli het jaar erop. September is 30 dagen. November is 30 dagen. Januari is 31 dagen. Maart is 31 dagen. Mei is 31 dagen. Juli is 31 dagen. Op elk moment in het jaar moet je 180 dagen terug kunnen kijken en voldoen aan de 90 binnen die 180 dagen. Dat kan alleen als de Vietnamees maximaal 30 dagen per keer in Schengen is bijvoorbeeld. Of om de drie maanden een paar dagen korter komt.
- Een Ghanese wil vanaf 1 april 2 maanden in Nederland gastcolleges komen geven. Dat past prima binnen de 90 dagen. Echter zij heeft in Frankrijk 5 weken verblijf gehad in januari en februari voorafgaand aan de 1 april. Dan moeten de dagen in Frankrijk (een ander Schengenland) opgeteld worden bij de dagen die zij in NL zal verblijven. Het totaal mag niet boven de 90 uitkomen over een periode van 180 dagen. Daar komt zij nu wel overheen. Ze zal eerder moeten vertrekken dan eind mei.
Aanvraag verblijfsvergunning (VVR)
Alleen een werkgever/gastinstelling kan een verblijfsvergunning voor wetenschappelijk personeel aanvragen. Daarvoor moet de werkgever/gastinstelling wel eerst bij de IND geregistreerd zijn als erkend referent. Een werkgever kan zich bij de IND laten registreren als erkend referent. Meer informatie over erkend referentschap vindt u op deze webpagina van het Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)).
Om een verblijfsvergunning aan te vragen voor studenten, kennismigranten en wetenschappelijk onderzoekers in de zin van richtlijn 2016/801, is de erkenning verplicht. Als erkend referent zorgt u ervoor dat het dossier van de vreemdeling compleet is, en dat de vreemdeling met zorg is geselecteerd. De IND geeft op uw woord (via de verklaring) een verblijfsvergunning af, achteraf wordt er gecontroleerd.
Er zijn 2 soorten referenten, namelijk een 'gewonen referent' en een 'erkende referent'.
Een gewone referent kan zijn een:
- particuliere referent (individueel persoon): referent voor een gezinslid. Een particuliere referent kan zich niet laten erkennen;
- zakelijke referent: werkgevers bij arbeid in loondienst, seizoenarbeid, lerend werken (stagiairs en praktikanten) of houders van een Europese blauwe kaart.
Een erkende referent kan zijn een:
- verplicht erkende referent: bij studie, uitwisseling (au pair en via een uitwisselingsorganisatie), wetenschappelijk onderzoeker in de zin van richtlijn 2016/801 en kennismigrant;
- onverplicht erkende referent: werkgevers bij arbeid in loondienst, seizoenarbeid, lerend werken (stagiairs en praktikanten) of houders van een Europese blauwe kaart kunnen zich vrijwillig laten erkennen. Als een verblijfsvergunning wordt aangevraagd, dan is erkenning als referent niet verplicht, maar wel mogelijk.
Het is mogelijk om voor meerdere categorieën tegelijk erkenning aan te vragen. Voor elke categorie erkenning moeten dan leges worden betaald. Erkenning kan worden aangevraagd voor de hierbovengenoemde categorieën: studie, uitwisseling, onderzoek en arbeid. Lees meer over de voorwaarden voor het aanvragen van erkend referentschap in de brochure 'Erkenning als referent' van de IND.
Rechten
- Een erkend referent heeft toegang tot versnelde procedures. Dit houdt in dat de IND er naar streeft om binnen twee weken te beslissen op een aanvraag voor een MVV en/of VVR. Een erkend referent mag een gecombineerde aanvraag voor de MVV en VVR indienen, de zogenaamde TEV-procedure (Toelating en Verblijf).
- De erkend referent hoeft de IND niet een compleet dossier toe te sturen, maar kan volstaan met het indienen van een eigenverklaring. Daarmee verklaart de referent dat de vreemdeling aan de voorwaarden voldoet voor verlening van een MVV en/of VVR. De IND controleert de aanvragen steekproefsgewijs.
- De erkend referent heeft een vast aanspreekpunt bij de IND.
Plichten
Als erkend referent heeft u een aantal verantwoordelijkheden. Deze zijn onder te brengen in drie plichten: zorgplicht, informatieplicht en administratieplicht (ook wel bewaarplicht genoemd).
Zorgplicht
Onder zorgplicht wordt verstaan: de plicht van de erkend referent om ervoor te zorgen dat de vreemdelingen zorgvuldig worden geselecteerd en de vreemdeling op de hoogte is van zijn rechten en plichten in het kader van de immigratiewetgeving.
De erkend referent informeert de vreemdeling afdoende over zijn rechten en plichten,
Als de erkend referent zich aan de zorgplicht houdt, maar de vreemdeling toch iets doet wat niet in overeenstemming is met zijn beperking, dan heeft dit geen gevolgen voor het erkend referentschap. Als de erkend referent weet heeft van de overtreding door de vreemdeling, dan moet de erkend referent dit wel melden bij de IND.
Als blijkt dat dingen niet goed lopen, dan zal de IND contact met u opnemen. Alleen bij aanhoudende ongeregeldheden of bij ernstige nalatigheid kan dit tot sancties leiden.
Informatieplicht
Onder informatieplicht wordt verstaan de plicht om wijzigingen door te geven aan de IND die van invloed kunnen zijn voor het verblijfsrecht van de vreemdeling. De afmeldplicht behoort hier ook toe.
De erkend referent geeft zaken door via het Meldingsformulier. Dit formulier is te vinden op de website van de INDen in de online portal. De erkend referent voldoet aan zijn informatieplicht als het de gegevens doorgeeft die gemeld kunnen worden via het meldingsformulier.
Afmelden
De erkend referent moet alle vreemdelingen afmelden die vertrekken bij de erkend referent. Dit geldt nadrukkelijk niet alleen voor vreemdelingen die eerder dan gepland vertrekken, maar ook voor de personen waarvan de verblijfsvergunning van rechtswege al afloopt. Ook dit valt onder de informatieplicht.
Administratie en bewaarplicht
Als erkend referent hoeft u dus niet meer het gehele dossier naar de IND te sturen wanneer u een aanvraag voor een MVV en/of VVR doet. U dient deze stukken wel in uw administratie te bewaren. . Ook als u als werkgever of onderzoeksinstelling niet langer referent bent voor uw gast, dan moet u de relevante informatie nog 5 jaar bewaren.
Administratieplicht voor ‘oude’ vreemdelingen(vreemdelingen die bij u zijn gestart voor 1 juni 2013)
Stukken die in het verleden zijn overgelegd aan de IND hoeven niet te worden geadministreerd. Erkend referenten zijn vanaf 1 juni 2013 begonnen met als het ware een vers dossier van hun ‘oude’ vreemdelingen. De eerstvolgende procedure die u voor een ‘oude’ vreemdeling zult doen vallen wel onder de administratie en bewaarplicht. U kunt hierbij denken aan melding van relevante wijzigingen, een wijziging beperking, verlenging etc.
Middelencheck
Bij onbezoldigde onderzoekers moet de erkend referent bij de eerste aanvraag een bewijs van voldoende middelen zien. Wanneer er niet voldoende middelen zijn voor de gehele duur van het verblijf en er geen buitenlandse beurs is, is de erkend referent ervoor verantwoordelijk dat er jaarlijks aangetoond kan worden dat de onbezoldigd onderzoeker nog over voldoende middelen beschikt.
Kopie geldig paspoort
De officiële beleidslijn vanuit de IND is dat er naast de houderspagina ook de bestempelde pagina’s van het paspoort moeten worden meegestuurd. In de praktijk wordt de houderspagina als allerbelangrijkste ervaren.
Kopie nieuw paspoort wel gewenst
Als het paspoort van de vreemdeling tijdens het verblijf in Nederland afloopt, dan is het wel de bedoeling dat er in de administratie een kopie wordt opgenomen van het nieuwe paspoort, zodat u altijd een kopie heeft van een geldig verblijfsdocument.
Meer informatie
Meer informatie over de plichten voor referent arbeid vindt u hier.
Meer informatie over de plichten voor referent onderzoek vindt u hier.
Soepele procedures
Voor wetenschappelijk personeel zijn twee verblijfsvergunningen van toepassing met versoepelde administratieve procedures en voordelige voorwaarden, namelijk de kennismigrantenregeling en de onderzoeker volgens EU richtlijn 2016/801. Ook is er het zoekjaar voor hoogopgeleiden die versoepelingen biedt.
Hier vindt u informatie over de volgende ondewerpen met betrekking tot onderzoek in de van de EU richtlijn 2016/801.
- Doel van de richtlijn 2016/801: het regelt de toelating van wetenschappelijk onderzoekers die niet afkomstig zijn uit de EU, de EER of Zwitserland bij een verblijf langer dan 90 dagen. In Nederland is deze richtlijn vertaald in de verblijfsvergunning onderzoeker in de zin van richtlijn EU/2016/801.
- Verblijfsdoel omschrijving op pasje: “Onderzoek in de zin van richtlijn (EU) 2016/801” (onderzoekersmobiliteit)
- Erkend referent: Om gebruik te maken van deze procedure moet uw instelling bekend zijn als erkend referent bij de IND voor dit specifieke verblijfsdoel. Meer informatie over erkend referentschap vindt u op deze webpagina.
- Definitie onderzoeker volgens de richtlijn: "een derdelander die een doctorsgraad heeft of een passend diploma van het hoger onderwijs dat deze derdelander toegang geeft tot doctoraatsprogramma's en die door een onderzoeksinstelling is geselecteerd en tot het grondgebied van een lidstaat is toegelaten om een onderzoeksproject uit te voeren waarvoor die graad of dat diploma doorgaans vereist zijn"
- Hoofdzakelijk onderzoek: Van belang is dat uw gast hoofdzakelijk onderzoekkomt uitvoeren. Dit betekent dat ten minste 50 procent van de tijd aan onderzoekswerkzaamheden besteed moet worden. De onderzoeker is vrij om ook ander werk te doen wat niet direct met onderzoek te maken heeft. Dit werk kan bestaan uit lesgeven, maar de onderzoeker mag bijvoorbeeld ook gaan werken in de horeca. Hier is de onderzoeker vrij in, zo lang ten minste 50 procent van de tijd van de betrekking bij u wordt besteed aan onderzoekswerkzaamheden.
U ontvangt mogelijk drie typen onderzoekers in dit kader van de richtlijn 2016/801, namelijk:
- Nieuwe onderzoekers : De non EU/EER-onderzoeker die van buiten de EU naar uw instelling komt. U vraagt een gewone verblijfsvergunning aan voor onderzoeker in de zin van richtlijn EU/2016/801. U bent erkend referent voor deze onderzoeker.
- Korte Termijn Mobiliteit: De non EU/EER-onderzoeker die een verblijfsvergunning heeft bij een andere EU lidstaat voor onderzoek en voor maximaal 180 dagen naar uw instelling komt om te werken aan hetzelfde onderzoek. U meldt deze onderzoeker aan bij de IND. Als de IND binnen 30 dagen geen bezwaar heeft gemaakt, mag de onderzoeker blijven gedurende de korte termijn mobiliteitsduur. U bent geen erkend referent voor deze onderzoeker. U hoeft geen dossier te bewaren, maar u dient wel deze onderzoeker op basis van dezelfde voorwaarden als een VVR-houder te toetsen (op paspoort, gastovereenkomst, financiele middelen, antecedentenverklaring, diploma) - deze documenten kan de IND opvragen, u kunt ze dan weer opvragen bij de onderzoeker.
- Lange Termijn Mobiliteit: De non EU/EER-onderzoeker die een verblijfsvergunning heeft bij een andere EU lidstaat voor onderzoek en voor langer dan 180 dagen naar uw instelling komt om te werken aan hetzelfde onderzoek. U vraagt een verblijfsvergunning aan en u bent erkend referent voor deze onderzoeker. U geeft ook aan op het aanvraagformulier dat er sprake is van LTM.
Een erkend referent heeft enkele verplichtingen, namelijk:
- Uw instelling en de onderzoeker moeten vastleggen in een gastovereenkomt of dienstverband: dat het onderzoeksproject is goedgekeurd door de onderzoeksinstelling; dat de onderzoeker beschikt over een diploma dat toegang geeft tot een doctoraatprogramma, of over een doctoraatgraad beschikt; de rechtsbetrekking en de arbeidsvoorwaarden.
- Uw instelling dient het verzoek om advies voor afgifte van een machtiging tot voorlopig verblijf en de aanvraag voor een verblijfsvergunning in
- Uw instelling moet zich garantstellen voor bepaalde kosten die uit het verblijf van de onderzoeker kunnen voortvloeien.
- Als de onderzoeker niet langer onderzoek verricht bij uw instelling moet u dit bij de IND melden. Dit wordt de ‘afmeldplicht’ genoemd. Door uw gast af te melden vervalt de garantstelling.
- De onderzoeker moet voldoen aan de financiele middelen toets. Als de onderzoeker geen salaris ontvangt, geen buitenlandse beurs heeft, of aan het begin van haar/zijn termijn niet voldoende middelen heeft voor de gehele duur van het verblijf, dan moet de werkgever/host jaarlijks toetsen of de onderzoeker nog over voldoende middelen beschikt.
De procedure EU richtlijn 2016/2018 heeft enkele voordelen, namelijk:
- Tewerkstellingsvergunning (TWV): Voor onderzoekers die onder deze EU-richtlijn vallen hoeft u geen tewerkstellingsvergunning aan te vragen. Mee- of nareizende familieleden hebben evenmin een tewerkstellingsvergunning nodig om in Nederland te kunnen werken. De onderzoeker heeft als arbeidsmarkt aantekening: vrij op de arbeidsmarkt. Dus naast het onderzoek kunnen allerhande economische activiteiten worden ontplooit. Uiteraard moet wel ten alle tijden voldaan worden aan de voorwaarden van de verblijfsvergunning.
- Snelle procedure: U vraagt de verblijfsvergunning aan op basis van een verklaring dat het dossier op orde is. Dit kan de IND naderhand controleren. Doorgaans hebt u binnen 2 weken uw aanvraag afgehandeld. Ook voor de familieleden geldt een versnelde toelatingsprocedure.
- Geen inburgeringsplicht: De vreemdeling noch mee- of nareizende familieleden hoeven geen inburgeringstoets toe doen.
Er zijn een aantal regels die de intra-EU mobiliteit makkelijker maken, namelijk:
- Geen MVV plicht: bij een aanvraag voor een buitenlander met een geldige VVR uit een ander Schengenland.
- Vrij reizen naar Schengenlanden: Dat mag zolang de 90 dagen binnen 180 dagen wordt gerespecteerd. Op elk gegeven moment mag iemand niet meer dan 90 dagen binnen 180 dagen in andere Schengenlanden verblijven.
- Inkomende KTM: Iemand die een verblijfsvergunning als onderzoeker heeft bij een ander EU-land, waar de richtlijn 2016/801 van toepassing is, mag tot 180 dagen in NL verblijven zonder dat een verblijfsvergunning aangevraagd hoeft te worden. Deze Korte Termijn Mobiliteit (KTM) moet wel bekend gemaakt worden bij de IND. De erkend referent is geen erkend referent over deze onderzoeker. Er zijn geen kosten verbonden aan het melden van deze onderzoeker aan de IND. De IND kan tot 30 dagen na aanvraag bezwaar maken. Als dat gebeurt moet de onderzoeker terugkeren naar het eerste VVR land. Na afloop van deze 30 dagen termijn, of bij ontvangst van bevestiging dat onderzoeker mag blijven, heeft de onderzoeker dezelfde arbeidsmarktrechten als een houder van een verblijfsvergunning 2016/801. Als het wenselijk is, kan de onderzoeker een sticker halen bij de IND, om aan te tonen dat er sprake is van legaal verblijf.
- Uitgaande KTM: de onderzoeker met verblijfsvergunning aan uw instelling kan tot 180 dagen naar een ander EU land waar de richtlijn van toepassing is, er hoeft geen verblijfsvergunning aangevraagd te worden in dat andere land. Wel kan een andere procedure van toepassing zijn. Het is belangrijk dat u 30 dagen voorafgaand aan de mobiliteit deze doorgeeft aan de IND. Een voordeel hiervan is dat de IND ervoor zorgt dat de BRP-code verandert van deze persoon, zodat er geen problemen optreden bij een langer verblijf in het buitenland. De verblijfsvergunning in NL blijft gewoon geldig.
- Inkomende LTM: iemand die een verblijfsvergunning als onderzoeker heeft bij een ander EU-land, waar de richtlijn 2016/801 van toepassing is, kan naar NL komen voor een verblijf langer dan 180 dagen. In dat geval is er sprake van Lange Termijn Mobiliteit (LTM). U vraagt gewoon een verblijfsvergunning aan voor deze persoon, maar geeft op het aanvraagformulier aan dat er sprake is van LTM. Nu kan de IND de gegevens over de gebruikmakers van deze mobiliteit doorsturen naar de EC (verplichting) én blijft de verblijfsvergunning van de onderzoeker in het eerste land geldig tijdens het verblijf in Nederland. Tijdens het verblijf in Nederland bent u ‘gewoon’ erkend referent voor deze onderzoeker.
- Uitgaande LTM: de onderzoeker met verblijfsvergunning aan uw instelling kan langer dan 180 dagen naar een ander EU land waar de richtlijn van toepassing is. Zolang er aan hetzelfde onderzoek wordt gewerkt gelden ook hier versoepelde regels. Per land kan gekozen zijn of er een procedure van toepassing is en hoe die eruit ziet. Er zijn wel eisen gesteld aan het aantal documenten en gegevens dat er gevraagd mag worden. Ook hier is het belangrijk dat u 30 dagen voorafgaand aan de mobiliteit deze doorgeeft aan de IND. Een voordeel hiervan is dat de IND ervoor zorgt dat de BRP-code verandert van deze persoon, zodat er geen problemen optreden bij een langer verblijf in het buitenland. De verblijfsvergunning in NL blijft gewoon geldig.
Onderzoekers die onder de EU-richtlijn vallen mogen hun gezinsleden mee naar Nederland nemen als aan de algemene voorwaarden voor verblijf in het kader van gezinshereniging wordt voldaan (zoals het aantonen van de gezinsband en het beschikken over voldoende middelen van bestaan). Afhankelijk van de nationaliteit van de gezinsleden moeten zij ook in het bezit zijn van een MVV voordat zij Nederland in kunnen reizen. Als de gezinsleden tegelijkertijd met de onderzoeker meereizen, kan de werkgever de aanvraag voor de gezinsleden tegelijkertijd indienen met de aanvraag van de onderzoeker. Indien de gezinsleden op een later moment de onderzoeker achterna reizen, kan de aanvraag later worden ingediend.
MVV-plichtige gezinsleden die al door een andere EU-lidstaat in het bezit zijn gesteld van een geldige verblijfsvergunning in het kader van gezinshereniging bij een onderzoeker die onder de EU-richtlijn valt, mogen zonder MVV Nederland inreizen. Blijven zij langer dan drie maanden in Nederland om bij hun echtgenoot/partner/vader te zijn, dan moet er wel een verblijfsvergunning worden aangevraagd. Op het verblijfspasje van de gezinsleden komt de volgende arbeidsmarktaantekening te staan: ‘Verblijf bij (naam onderzoeker). Arbeid vrij toegestaan. TWV niet vereist’. Daarmee zijn ze vrij om elke vorm van economische activiteit op te pakken in Nederland.
- Meer informatie over de EU richtlijn 2016/801 vindt u op deze webpagina van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
- U kunt de gehele EU richtlijn 2016/801 hier downloaden.
- Een overzicht van de leges met betrekking tot de EU richtlijn 2016/801 kunt u vinden op deze webpagina van de Immigraite- en Naturalisatiedienst (IND).
De kennismigrantenregeling is een versoepelde toelatingsprocedure die alleen geldt bij een verblijf van meer dan 90 dagen. Om gebruik te maken van deze regeling moet uw instelling als erkend referent voor het doel arbeid bekend zijn bij de IND. Voor kennismigranten hoeft u geen tewerkstellingsvergunning aan te vragen. Mee- of nareizende familieleden hebben evenmin een tewerkstellingsvergunning nodig om in Nederland te kunnen werken. Ook voor de familieleden geldt een versnelde toelatingsprocedure.
Om als kennismigrant in aanmerking te komen moet uw gast óf een bepaald minimumsalaris verdienen óf een bepaalde functie uitoefenen. Hieronder leest u wie onder de definitie van kennismigrant valt:
- Kennismigrant 30 jaar of ouder. Een kennismigrant is een migrant die in Nederland arbeid in loondienst verricht. Voor een kennismigrant van 30 jaar of ouder geldt een salariscriterium van € 4.500 bruto per maand*.
- Kennismigrant jonger dan 30 jaar. Een kennismigrant is een migrant die in Nederland arbeid in loondienst verricht. Voor een kennismigrant jonger dan 30 jaar geldt een salariscriterium van € 3.299 bruto per maand*.
- Kennismigrant aansluitend op afstuderen of na zoekjaar hoogopgeleiden. Een kennismigrant is een migrant die in Nederland arbeid in loondienst verricht. Voor kennismigranten aansluitend op het zoekjaar hoogopgeleiden, of zonder vergunning zoekjaar hoogopgeleiden direct binnen 3 jaar na afstuderen of verrichten van wetenschappelijk onderzoek geld een salariscriterium van € 2.364* bruto per maand (Bron: IND ). Lees meer over het zoekjaar hoogopgeleiden op de webpagina van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
- Dit lage normbedrag geldt ook als uw werkgever een verblijfsvergunning kennismigrant voor u aanvraagt en u aan de voorwaarden voldoet voor het zoekjaar hoogopgeleiden, maar u niet eerder op basis van dezelfde studie of hetzelfde wetenschappelijk onderzoek een verblijfsvergunning voor het zoekjaar hoogopgeleiden hebt gehad.
- Hebt u eerder een verblijfsvergunning voor het zoekjaar hoogopgeleiden gehad, maar is tijdens of aansluitend op dit zoekjaar geen verblijfsvergunning kennismigrant voor u aangevraagd? Het lage normbedrag geldt voor u niet. In dat geval moet u, afhankelijk van uw leeftijd, een inkomen verdienen dat minimaal gelijk is aan het normbedrag voor kennismigranten 30 jaar of ouder of kennismigranten jonger dan 30 jaar.
- Wetenschappelijk onderzoeker. Hieronder valt staff dat is aangesteld op basis van een UFO functiecode 01 functie, die niet in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning onder de richtlijn 2016/801 (minder dan 50% van hun tijd besteden aan wetenschappelijk onderzoek). Aanvullende voorwaarden:
- U hebt voldoende inkomen als uw brote maandsalaris minimaal gelijk is aan het normbedrag voor alleenstaanden of echtparen / ongehuwd samenwonenden. Dit hangt af van uw gezinssituatie.
- Het aanstellingsbesluit of de arbeidsovereenkomst is ondertekend namens de instelling. In dit besluit of contract staan de functieduiding en de functiecode vermeld zoals opgesteld in het Universitair Functieordeningssysteem (UFO).
- Let op: de term wetenschappelijk onderzoeker kan verwarrend zijn. Hiermee wordt wetenschappelijk personeel onder UFO functiecode 01 anders dan onderzoekers bedoelt.
- Gastdocent. De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit de duur en de aard van de werkzaamheden en het loon blijken een aanstellingsbesluit of een gastovereenkomst (Bron: Vreemdelingencirculaire 2000 B6 4.3).
- Arts in opleiding. De arts in opleiding is verplicht een dienstverband in Nederland te hebben. Aanvullende voorwaarden:
- U hebt voldoende inkomen als uw bruto maandsalaris minimaal gelijk is aan het normbedrag voor alleenstaanden of echtparen / ongehuwd samenwonenden. Dit hang af van de gezinssituatie.
- De IND beschouwt een bewijs van inschrijving in het opleidingsregister van de Medische Specialisten Registratie Commissie, de Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie of de Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling is ingeschreven als arts of specialist in opleiding (Bron: Vreemdelingencirculaire 2000 B6 4.3).
*bedragen worden jaarlijks geindexeerd, dit zijn de bedragen voor 2019.
Wetenschappelijk onderzoekers, artsen in opleiding en gastdocenten moeten 70% van het wetttelijk minimumloon verdienen. Dit geldt ook als de wetenschappelijk onderzoeker, arts in opleiding of gastdocent een verblijfsvergunning als kennismigrant heeft en voor wetenschappelijk onderzoekers in de zin van de richtlijn EU/2016/801. Voor 1e helft 2019 is 70% van het bruto loon per maand €1.221,54 (Bron: IND).
- Uw instelling moet een aanvraag voor afgifte van een machtiging tot voorlopig verblijf indienen.
- Uw instelling moet de aanvraag voor een verblijfsvergunning begeleiden.
- Uw instelling moet zich garantstellen voor bepaalde kosten die uit het verblijf van de kennismigrant (en eventuele gezinsleden die meekomen) kunnen voortvloeien.
- Als de kennismigrant niet langer bij uw instelling werkt, moet u dit bij de IND melden. Dit wordt de ‘afmeldplicht’ genoemd. Door uw gast af te melden vervalt de garantstelling.
Het ‘zoekjaar hoogopgeleiden’ geeft hoogopgeleide vreemdelingen, tot drie jaar na afstuderen, promoveren of wetenschappelijk onderzoek doen, een jaar de tijd om een baan als kennismigrant te vinden of een innovatief bedrijf te starten.Een kennismigrant is in dit geval iemand die in dienst treedt bij een werkgever die bij de IND geregistreerd staat als zijnde gerechtigd om kennismigranten naar Nederland te halen. De kennismigrant dient in 2018 minimaal €2.314,- (ex. vakantiegeld) bruto per maand te verdienen (dit bedrag wordt jaarlijks opnieuw geïndexeerd).
U hebt in de afgelopen 3 jaar:
- een geaccrediteerde bachelor- of masteropleiding in Nederland afgerond.
- wetenschappelijk onderzoek verricht. U had in Nederland een verblijfsvergunning met als doel wetenschappelijk onderzoek in de zin van richtlijn 2005/71/EG of een verblijfsvergunning met als doel arbeid als kennismigrant voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek.
- een postdoctorale opleiding van ten minste een academisch jaar (minimaal 10 maanden) in Nederland afgerond.
- een opleiding afgerond in het kader van de Wet op het specifiek cultuurbeleid.
- een opleiding afgerond in het kader van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
- een mastergraad behaald in het kader van een Erasmus Mundus Masters Course.
- een bij ministeriële regeling aangewezen hoger onderwijsopleiding afgerond.
- aan een aangewezen buitenlandse onderwijsinstelling* een masteropleiding, een promotietraject of een postdoctorale opleiding afgerond of u bent gepromoveerd en u hebt:
- een minimale score behaald van 6.0 bij het International English Language Testing System
- een minimale score behaald van 6.0 in een Engelse taaltest zoals opgenomen in de Gedragscode internationale student hoger onderwijs
- een diploma, certificaat of document als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van het Besluit inburgering
- de masteropleiding, het promotietraject of de postdoctorale opleiding gevolgd in het Engels of het Nederlands
* Aangewezen buitenlandse onderwijsinstellingen zijn de onderwijsinstellingen opgenomen in de top 200 van de algemene ranglijsten of in de top 200 van de beschikbare ranglijsten per vakgebied - die overeenkomen met het vakgebied waarin u bent afgestudeerd of gepromoveerd - van:
- Times Higher Education World University Rankings
- QS World University Rankings
- Academic Ranking of World Universities
De werkgever hoeft niet over een tewerkstellingsvergunning (TWV) te beschikken voor een werknemer met een verblijfsvergunning zoekjaar hoogopgeleiden.
De partner is, net als de hoofdaanvrager van het zoekjaar, vrij op de arbeidsmarkt. Gezinshereniging is toegestaan, maar in dat geval gelden de normbedragen voor ‘verblijf bij partner’.
Gedurende het jaar heeft de vreemdeling geen recht op het ontvangen van een bijstandsuitkering. Als hij een beroep doet op de openbare kas, kan de verblijfsvergunning worden ingetrokken.
Aan het einde van het zoekjaar kan de verblijfsvergunning niet worden verlengd. De houder van de verblijfsvergunning is verplicht om tijdig (voor afloop van zijn huidige vergunning) een wijziging van de beperking aan te vragen, bijvoorbeeld naar kennismigrant, of voor afloop van de verblijfsvergunning Nederland te verlaten.
Het zoekjaar kan meerdere keren aangevraagd worden. Dit kan echter niet op basis van dezelfde graad of hetzelfde onderzoek, maar wel als er een nieuwe graad is behaald of een nieuw onderzoek is afgerond.
- Snelle doorlooptijd. Beslissing op eerste aanvraag ligt in de praktijk op 2 weken. (Let op, verlengingen duren doorgaans langer)
- Eén aanvraagprocedure voor inreisvisum (MVV) en verblijfsvergunning.
- Vergunning wordt verstrekt voor de duur van het hele verblijf (tot maximaal 5 jaar).
- Werkvergunning zit in de verblijfsvergunning verwerkt.
- Meenemen van partners/kinderen, verloopt ook versneld.
- Partner krijgt vrij toegang tot de arbeidsmarkt.
- Digitale aanvragen indienen is mogelijk.
Terugkeervisum
Een terugkeervisum is een sticker die in het paspoort wordt geplakt. Met deze sticker kan uw gast terugkeren naar Nederland als hij nog geen (nieuwe) verblijfsvergunning heeft. Echter heeft uw gast heeft de nationaliteit van een land uit landengroep 2, daarom heeft hij alleen een geldig paspoort nodig om terug te kunnen keren naar Nederland.
Tewerkstellingsvergunning voor de arbeidsmarkt
Voor gasten die in de academische wereld komen werken, hoeft u in de meeste gevallen geen tewerkstellingsvergunning (TWV) aan te vragen. Waarschijnlijk komt uw gast in aanmerking voor een verblijfsdoel waarbij hij mag werken zonder TWV. Zo wordt stage wordt ook gezien als arbeid, het is dan ook noodzakelijk om na te gaan of een TWV voor stage verplicht is en of dat er kan worden volstaan met de BUWAV stageovereenkomst. Dus let op: het verblijfsdoel is altijd doorslaggevend.
Wanneer dit niet het geval is moet u wel een TWV aanvragen, lees meer informatie over de over de voorwaarden en aanvraagprocedure van een TWV op deze pagina van EURAXESS Netherlands over werkvergunningen.
Landengroep 3
Albanië, Andorra, Antigua en Barbuda, Argentinië, Bosnië, Brazilië, Brunei, Chili, Colombia, Costa Rica, El Salvador, Het Gemenebest Dominica, Georgië, Guatemala, Grenada. Honduras, Israël, Macedonië, Maleisië, Mauritius, Mexico, Moldavië, Montenegro, Nicaragua, Oekraïne, Palau, Panama, Paraguay, Peru, Tonga, Trinidad en Tobago, Vanuatu, Samoa, San Marino, Servië, Singapore, St. Lucia, St. Vincent en de Grenadines, Taiwan, Uruguay, Venezuela & Verenigde Arabische Emiraten.
Kort verblijf
Gasten uit landengroep 3 hoeven op basis van hun nationaliteit geen Visum Kort Verblijf (VKV) aan te vragen, zij mogen maximaal 90 dagen binnen 180 dagen in Nederland verblijven zonder visum. Dit wordt 'verblijf in de vrije termijn' genoemd. Deze groep moet wel in het bezit zijn van een geldig paspoort of ander geldig grensonverschrijdingsdocument.
Maximale duur: 90 in 180 dagen regel
De maximale duur van een visum alsook van de vrije termijn is 90 dagen binnen 180 dagen. Dit betekent dat iemand die 90 dagen in het Schengengebied is geweest, pas weer terug mag komen nadat hij 90 dagen buiten het gebied is geweest. Als iemand de 90 dagen periode niet in een onafgebroken termijn opneemt, maar in kortere perioden, dan moet je kijken of de persoon terugkijkend per dag voldoet aan de 90 binnen 180 dagen regel én vooruitkijkend dat iemand zal voldoen aan deze regel.
- Een Chinees wil in maart en april in Nederland komen én in juli en augustus. Dat zijn in totaal 61 plus 62 dagen = 123 dagen. Daarmee wordt de 90 dagen termijn overschreden. Dit kan niet.
- Een Vietnamees wil steeds een maand in NL en een maand buiten Schengen verblijven vanaf 1 september tot eind juli het jaar erop. September is 30 dagen. November is 30 dagen. Januari is 31 dagen. Maart is 31 dagen. Mei is 31 dagen. Juli is 31 dagen. Op elk moment in het jaar moet je 180 dagen terug kunnen kijken en voldoen aan de 90 binnen die 180 dagen. Dat kan alleen als de Vietnamees maximaal 30 dagen per keer in Schengen is bijvoorbeeld. Of om de drie maanden een paar dagen korter komt.
- Een Ghanese wil vanaf 1 april 2 maanden in Nederland gastcolleges komen geven. Dat past prima binnen de 90 dagen. Echter zij heeft in Frankrijk 5 weken verblijf gehad in januari en februari voorafgaand aan de 1 april. Dan moeten de dagen in Frankrijk (een ander Schengenland) opgeteld worden bij de dagen die zij in NL zal verblijven. Het totaal mag niet boven de 90 uitkomen over een periode van 180 dagen. Daar komt zij nu wel overheen. Ze zal eerder moeten vertrekken dan eind mei.
Lang verblijf
Wanneer uw (niet EU-)gast langer dan 90 dagen in Nederland wil verblijven, wordt het verblijf aangemerkt als lang verblijf. Uw gast heeft dan een verblijfsvergunning nodig om in Nederland te verblijven. Op lang verblijf is de Nederlandse Vreemdelingenwet van toepassing. De Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) voert de Vreemdelingenwet uit, zij bepalen of iemand een verblijfsvergunning krijgt. Gasten uit landengroep 3 moeten op basis van hun nationaliteit een Verblijfsvergunning Regulier (VVR) en een Machtiging tot Voorlopig Verblijf (MVV) aanvragen.
Verblijfsvergunning (VVR)
Een verblijfsvergunning ziet eruit als een plastic kaart ter grootte van een bankpasje. Met dit document toont uw gast aan dat hij legaal in Nederland verblijft. Een verblijfsvergunning wordt altijd voor een bepaald doel verleend, bijvoorbeeld voor studie, werken als kennismigrant etc. Met de verblijfsvergunning kan uw gast Nederland in- en uitreizen. Ook mag hij door het Schengengebied reizen. Het verblijf in andere Schengenlanden is echter beperkt tot maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen. Als uw gast langer in een ander Schengenland wil verblijven, zijn de lokale immigratieprocedures van dat land van toepassing.
Maximale duur - 90 in 180 dagen regel
De maximale duur van een visum alsook van de vrije termijn is 90 dagen binnen 180 dagen. Dit betekent dat iemand die 90 dagen in het Schengengebied is geweest, pas weer terug mag komen nadat hij 90 dagen buiten het gebied is geweest. Als iemand de 90 dagen periode niet in een onafgebroken termijn opneemt, maar in kortere perioden, dan moet je kijken of de persoon terugkijkend per dag voldoet aan de 90 binnen 180 dagen regel én vooruitkijkend dat iemand zal voldoen aan deze regel.
- Een Chinees wil in maart en april in Nederland komen én in juli en augustus. Dat zijn in totaal 61 plus 62 dagen = 123 dagen. Daarmee wordt de 90 dagen termijn overschreden. Dit kan niet.
- Een Vietnamees wil steeds een maand in NL en een maand buiten Schengen verblijven vanaf 1 september tot eind juli het jaar erop. September is 30 dagen. November is 30 dagen. Januari is 31 dagen. Maart is 31 dagen. Mei is 31 dagen. Juli is 31 dagen. Op elk moment in het jaar moet je 180 dagen terug kunnen kijken en voldoen aan de 90 binnen die 180 dagen. Dat kan alleen als de Vietnamees maximaal 30 dagen per keer in Schengen is bijvoorbeeld. Of om de drie maanden een paar dagen korter komt.
- Een Ghanese wil vanaf 1 april 2 maanden in Nederland gastcolleges komen geven. Dat past prima binnen de 90 dagen. Echter zij heeft in Frankrijk 5 weken verblijf gehad in januari en februari voorafgaand aan de 1 april. Dan moeten de dagen in Frankrijk (een ander Schengenland) opgeteld worden bij de dagen die zij in NL zal verblijven. Het totaal mag niet boven de 90 uitkomen over een periode van 180 dagen. Daar komt zij nu wel overheen. Ze zal eerder moeten vertrekken dan eind mei.
Aanvraag verblijfsvergunning (VVR)
Alleen een werkgever/gastinstelling kan een verblijfsvergunning voor wetenschappelijk personeel aanvragen. Daarvoor moet de werkgever/gastinstelling wel eerst bij de IND geregistreerd zijn als erkend referent. Een werkgever kan zich bij de IND laten registreren als erkend referent. Meer informatie over erkend referentschap vindt u op deze webpagina van het Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
Om een verblijfsvergunning aan te vragen voor studenten, kennismigranten en wetenschappelijk onderzoekers in de zin van richtlijn 2016/801, is de erkenning verplicht. Als erkend referent zorgt u ervoor dat het dossier van de vreemdeling compleet is, en dat de vreemdeling met zorg is geselecteerd. De IND geeft op uw woord (via de verklaring) een verblijfsvergunning af, achteraf wordt er gecontroleerd.
Er zijn 2 soorten referenten, namelijk een 'gewonen referent' en een 'erkende referent'.
Een gewone referent kan zijn een:
- particuliere referent (individueel persoon): referent voor een gezinslid. Een particuliere referent kan zich niet laten erkennen;
- zakelijke referent: werkgevers bij arbeid in loondienst, seizoenarbeid, lerend werken (stagiairs en praktikanten) of houders van een Europese blauwe kaart.
Een erkende referent kan zijn een:
- verplicht erkende referent: bij studie, uitwisseling (au pair en via een uitwisselingsorganisatie), wetenschappelijk onderzoeker in de zin van richtlijn 2016/801 en kennismigrant;
- onverplicht erkende referent: werkgevers bij arbeid in loondienst, seizoenarbeid, lerend werken (stagiairs en praktikanten) of houders van een Europese blauwe kaart kunnen zich vrijwillig laten erkennen. Als een verblijfsvergunning wordt aangevraagd, dan is erkenning als referent niet verplicht, maar wel mogelijk.
Het is mogelijk om voor meerdere categorieën tegelijk erkenning aan te vragen. Voor elke categorie erkenning moeten dan leges worden betaald. Erkenning kan worden aangevraagd voor de hierbovengenoemde categorieën: studie, uitwisseling, onderzoek en arbeid. Lees meer over de voorwaarden voor het aanvragen van erkend referentschap in de brochure 'Erkenning als referent' van de IND.
Rechten
- Een erkend referent heeft toegang tot versnelde procedures. Dit houdt in dat de IND er naar streeft om binnen twee weken te beslissen op een aanvraag voor een MVV en/of VVR. Een erkend referent mag een gecombineerde aanvraag voor de MVV en VVR indienen, de zogenaamde TEV-procedure (Toelating en Verblijf).
- De erkend referent hoeft de IND niet een compleet dossier toe te sturen, maar kan volstaan met het indienen van een eigenverklaring. Daarmee verklaart de referent dat de vreemdeling aan de voorwaarden voldoet voor verlening van een MVV en/of VVR. De IND controleert de aanvragen steekproefsgewijs.
- De erkend referent heeft een vast aanspreekpunt bij de IND.
Plichten
Als erkend referent heeft u een aantal verantwoordelijkheden. Deze zijn onder te brengen in drie plichten: zorgplicht, informatieplicht en administratieplicht (ook wel bewaarplicht genoemd).
Zorgplicht
Onder zorgplicht wordt verstaan: de plicht van de erkend referent om ervoor te zorgen dat de vreemdelingen zorgvuldig worden geselecteerd en de vreemdeling op de hoogte is van zijn rechten en plichten in het kader van de immigratiewetgeving.
De erkend referent informeert de vreemdeling afdoende over zijn rechten en plichten,
Als de erkend referent zich aan de zorgplicht houdt, maar de vreemdeling toch iets doet wat niet in overeenstemming is met zijn beperking, dan heeft dit geen gevolgen voor het erkend referentschap. Als de erkend referent weet heeft van de overtreding door de vreemdeling, dan moet de erkend referent dit wel melden bij de IND.
Als blijkt dat dingen niet goed lopen, dan zal de IND contact met u opnemen. Alleen bij aanhoudende ongeregeldheden of bij ernstige nalatigheid kan dit tot sancties leiden.
Informatieplicht
Onder informatieplicht wordt verstaan de plicht om wijzigingen door te geven aan de IND die van invloed kunnen zijn voor het verblijfsrecht van de vreemdeling. De afmeldplicht behoort hier ook toe.
De erkend referent geeft zaken door via het Meldingsformulier. Dit formulier is te vinden op de website van de INDen in de online portal. De erkend referent voldoet aan zijn informatieplicht als het de gegevens doorgeeft die gemeld kunnen worden via het meldingsformulier.
Afmelden
De erkend referent moet alle vreemdelingen afmelden die vertrekken bij de erkend referent. Dit geldt nadrukkelijk niet alleen voor vreemdelingen die eerder dan gepland vertrekken, maar ook voor de personen waarvan de verblijfsvergunning van rechtswege al afloopt. Ook dit valt onder de informatieplicht.
Administratie en bewaarplicht
Als erkend referent hoeft u dus niet meer het gehele dossier naar de IND te sturen wanneer u een aanvraag voor een MVV en/of VVR doet. U dient deze stukken wel in uw administratie te bewaren. . Ook als u als werkgever of onderzoeksinstelling niet langer referent bent voor uw gast, dan moet u de relevante informatie nog 5 jaar bewaren.
Administratieplicht voor ‘oude’ vreemdelingen(vreemdelingen die bij u zijn gestart voor 1 juni 2013)
Stukken die in het verleden zijn overgelegd aan de IND hoeven niet te worden geadministreerd. Erkend referenten zijn vanaf 1 juni 2013 begonnen met als het ware een vers dossier van hun ‘oude’ vreemdelingen. De eerstvolgende procedure die u voor een ‘oude’ vreemdeling zult doen vallen wel onder de administratie en bewaarplicht. U kunt hierbij denken aan melding van relevante wijzigingen, een wijziging beperking, verlenging etc.
Middelencheck
Bij onbezoldigde onderzoekers moet de erkend referent bij de eerste aanvraag een bewijs van voldoende middelen zien. Wanneer er niet voldoende middelen zijn voor de gehele duur van het verblijf en er geen buitenlandse beurs is, is de erkend referent ervoor verantwoordelijk dat er jaarlijks aangetoond kan worden dat de onbezoldigd onderzoeker nog over voldoende middelen beschikt.
Kopie geldig paspoort
De officiële beleidslijn vanuit de IND is dat er naast de houderspagina ook de bestempelde pagina’s van het paspoort moeten worden meegestuurd. In de praktijk wordt de houderspagina als allerbelangrijkste ervaren.
Kopie nieuw paspoort wel gewenst
Als het paspoort van de vreemdeling tijdens het verblijf in Nederland afloopt, dan is het wel de bedoeling dat er in de administratie een kopie wordt opgenomen van het nieuwe paspoort, zodat u altijd een kopie heeft van een geldig verblijfsdocument.
Meer informatie
Meer informatie over de plichten voor referent arbeid vindt u hier.
Meer informatie over de plichten voor referent onderzoek vindt u hier.
Soepele procedures
Voor wetenschappelijk personeel zijn twee verblijfsvergunningen van toepassing met versoepelde administratieve procedures en voordelige voorwaarden, namelijk de kennismigrantenregeling en de onderzoeker volgens richtlijn (EU) 2016/801voorwaarde. Ook is er het zoekjaar voor hoogopgeleiden die versoepelingen biedt.
Hier vindt u informatie over de volgende ondewerpen met betrekking tot onderzoek in de van de EU richtlijn 2016/801.
- Doel van de richtlijn 2016/801: het regelt de toelating van wetenschappelijk onderzoekers die niet afkomstig zijn uit de EU, de EER of Zwitserland bij een verblijf langer dan 90 dagen. In Nederland is deze richtlijn vertaald in de verblijfsvergunning onderzoeker in de zin van richtlijn EU/2016/801.
- Verblijfsdoel omschrijving op pasje: “Onderzoek in de zin van richtlijn (EU) 2016/801” (onderzoekersmobiliteit)
- Erkend referent: Om gebruik te maken van deze procedure moet uw instelling bekend zijn als erkend referent bij de IND voor dit specifieke verblijfsdoel. Meer informatie over erkend referentschap vindt u op deze webpagina.
- Definitie onderzoeker volgens de richtlijn: "een derdelander die een doctorsgraad heeft of een passend diploma van het hoger onderwijs dat deze derdelander toegang geeft tot doctoraatsprogramma's en die door een onderzoeksinstelling is geselecteerd en tot het grondgebied van een lidstaat is toegelaten om een onderzoeksproject uit te voeren waarvoor die graad of dat diploma doorgaans vereist zijn"
- Hoofdzakelijk onderzoek: Van belang is dat uw gast hoofdzakelijk onderzoek komt uitvoeren. Dit betekent dat ten minste 50 procent van de tijd aan onderzoekswerkzaamheden besteed moet worden. De onderzoeker is vrij om ook ander werk te doen wat niet direct met onderzoek te maken heeft. Dit werk kan bestaan uit lesgeven, maar de onderzoeker mag bijvoorbeeld ook gaan werken in de horeca. Hier is de onderzoeker vrij in, zo lang ten minste 50 procent van de tijd van de betrekking bij u wordt besteed aan onderzoekswerkzaamheden.
U ontvangt mogelijk drie typen onderzoekers in dit kader van de richtlijn 2016/801, namelijk:
- Nieuwe onderzoekers : De non EU/EER-onderzoeker die van buiten de EU naar uw instelling komt. U vraagt een gewone verblijfsvergunning aan voor onderzoeker in de zin van richtlijn EU/2016/801. U bent erkend referent voor deze onderzoeker.
- Korte Termijn Mobiliteit: De non EU/EER-onderzoeker die een verblijfsvergunning heeft bij een andere EU lidstaat voor onderzoek en voor maximaal 180 dagen naar uw instelling komt om te werken aan hetzelfde onderzoek. U meldt deze onderzoeker aan bij de IND. Als de IND binnen 30 dagen geen bezwaar heeft gemaakt, mag de onderzoeker blijven gedurende de korte termijn mobiliteitsduur. U bent geen erkend referent voor deze onderzoeker. U hoeft geen dossier te bewaren, maar u dient wel deze onderzoeker op basis van dezelfde voorwaarden als een VVR-houder te toetsen (op paspoort, gastovereenkomst, financiele middelen, antecedentenverklaring, diploma) - deze documenten kan de IND opvragen, u kunt ze dan weer opvragen bij de onderzoeker.
- Lange Termijn Mobiliteit: De non EU/EER-onderzoeker die een verblijfsvergunning heeft bij een andere EU lidstaat voor onderzoek en voor langer dan 180 dagen naar uw instelling komt om te werken aan hetzelfde onderzoek. U vraagt een verblijfsvergunning aan en u bent erkend referent voor deze onderzoeker. U geeft ook aan op het aanvraagformulier dat er sprake is van LTM.
Een erkend referent heeft enkele verplichtingen, namelijk:
- Uw instelling en de onderzoeker moeten vastleggen in een gastovereenkomt of dienstverband: dat het onderzoeksproject is goedgekeurd door de onderzoeksinstelling; dat de onderzoeker beschikt over een diploma dat toegang geeft tot een doctoraatprogramma, of over een doctoraatgraad beschikt; de rechtsbetrekking en de arbeidsvoorwaarden.
- Uw instelling dient het verzoek om advies voor afgifte van een machtiging tot voorlopig verblijf en de aanvraag voor een verblijfsvergunning in
- Uw instelling moet zich garantstellen voor bepaalde kosten die uit het verblijf van de onderzoeker kunnen voortvloeien.
- Als de onderzoeker niet langer onderzoek verricht bij uw instelling moet u dit bij de IND melden. Dit wordt de ‘afmeldplicht’ genoemd. Door uw gast af te melden vervalt de garantstelling.
- De onderzoeker moet voldoen aan de financiele middelen toets. Als de onderzoeker geen salaris ontvangt, geen buitenlandse beurs heeft, of aan het begin van haar/zijn termijn niet voldoende middelen heeft voor de gehele duur van het verblijf, dan moet de werkgever/host jaarlijks toetsen of de onderzoeker nog over voldoende middelen beschikt.
De procedure EU richtlijn 2016/2018 heeft enkele voordelen, namelijk:
- Tewerkstellingsvergunning (TWV): Voor onderzoekers die onder deze EU-richtlijn vallen hoeft u geen tewerkstellingsvergunning aan te vragen. Mee- of nareizende familieleden hebben evenmin een tewerkstellingsvergunning nodig om in Nederland te kunnen werken. De onderzoeker heeft als arbeidsmarkt aantekening: vrij op de arbeidsmarkt. Dus naast het onderzoek kunnen allerhande economische activiteiten worden ontplooit. Uiteraard moet wel ten alle tijden voldaan worden aan de voorwaarden van de verblijfsvergunning.
- Snelle procedure: U vraagt de verblijfsvergunning aan op basis van een verklaring dat het dossier op orde is. Dit kan de IND naderhand controleren. Doorgaans hebt u binnen 2 weken uw aanvraag afgehandeld. Ook voor de familieleden geldt een versnelde toelatingsprocedure.
- Geen inburgeringsplicht: De vreemdeling noch mee- of nareizende familieleden hoeven geen inburgeringstoets toe doen.
Er zijn een aantal regels die de intra-EU mobiliteit makkelijker maken, namelijk:
- Geen MVV plicht: bij een aanvraag voor een buitenlander met een geldige VVR uit een ander Schengenland.
- Vrij reizen naar Schengenlanden: Dat mag zolang de 90 dagen binnen 180 dagen wordt gerespecteerd. Op elk gegeven moment mag iemand niet meer dan 90 dagen binnen 180 dagen in andere Schengenlanden verblijven.
- Inkomende KTM: Iemand die een verblijfsvergunning als onderzoeker heeft bij een ander EU-land, waar de richtlijn 2016/801 van toepassing is, mag tot 180 dagen in NL verblijven zonder dat een verblijfsvergunning aangevraagd hoeft te worden. Deze Korte Termijn Mobiliteit (KTM) moet wel bekend gemaakt worden bij de IND. De erkend referent is geen erkend referent over deze onderzoeker. Er zijn geen kosten verbonden aan het melden van deze onderzoeker aan de IND. De IND kan tot 30 dagen na aanvraag bezwaar maken. Als dat gebeurt moet de onderzoeker terugkeren naar het eerste VVR land. Na afloop van deze 30 dagen termijn, of bij ontvangst van bevestiging dat onderzoeker mag blijven, heeft de onderzoeker dezelfde arbeidsmarktrechten als een houder van een verblijfsvergunning 2016/801. Als het wenselijk is, kan de onderzoeker een sticker halen bij de IND, om aan te tonen dat er sprake is van legaal verblijf.
- Uitgaande KTM: de onderzoeker met verblijfsvergunning aan uw instelling kan tot 180 dagen naar een ander EU land waar de richtlijn van toepassing is, er hoeft geen verblijfsvergunning aangevraagd te worden in dat andere land. Wel kan een andere procedure van toepassing zijn. Het is belangrijk dat u 30 dagen voorafgaand aan de mobiliteit deze doorgeeft aan de IND. Een voordeel hiervan is dat de IND ervoor zorgt dat de BRP-code verandert van deze persoon, zodat er geen problemen optreden bij een langer verblijf in het buitenland. De verblijfsvergunning in NL blijft gewoon geldig.
- Inkomende LTM: iemand die een verblijfsvergunning als onderzoeker heeft bij een ander EU-land, waar de richtlijn 2016/801 van toepassing is, kan naar NL komen voor een verblijf langer dan 180 dagen. In dat geval is er sprake van Lange Termijn Mobiliteit (LTM). U vraagt gewoon een verblijfsvergunning aan voor deze persoon, maar geeft op het aanvraagformulier aan dat er sprake is van LTM. Nu kan de IND de gegevens over de gebruikmakers van deze mobiliteit doorsturen naar de EC (verplichting) én blijft de verblijfsvergunning van de onderzoeker in het eerste land geldig tijdens het verblijf in Nederland. Tijdens het verblijf in Nederland bent u ‘gewoon’ erkend referent voor deze onderzoeker.
- Uitgaande LTM: de onderzoeker met verblijfsvergunning aan uw instelling kan langer dan 180 dagen naar een ander EU land waar de richtlijn van toepassing is. Zolang er aan hetzelfde onderzoek wordt gewerkt gelden ook hier versoepelde regels. Per land kan gekozen zijn of er een procedure van toepassing is en hoe die eruit ziet. Er zijn wel eisen gesteld aan het aantal documenten en gegevens dat er gevraagd mag worden. Ook hier is het belangrijk dat u 30 dagen voorafgaand aan de mobiliteit deze doorgeeft aan de IND. Een voordeel hiervan is dat de IND ervoor zorgt dat de BRP-code verandert van deze persoon, zodat er geen problemen optreden bij een langer verblijf in het buitenland. De verblijfsvergunning in NL blijft gewoon geldig.
Onderzoekers die onder de EU-richtlijn vallen mogen hun gezinsleden mee naar Nederland nemen als aan de algemene voorwaarden voor verblijf in het kader van gezinshereniging wordt voldaan (zoals het aantonen van de gezinsband en het beschikken over voldoende middelen van bestaan). Afhankelijk van de nationaliteit van de gezinsleden moeten zij ook in het bezit zijn van een MVV voordat zij Nederland in kunnen reizen. Als de gezinsleden tegelijkertijd met de onderzoeker meereizen, kan de werkgever de aanvraag voor de gezinsleden tegelijkertijd indienen met de aanvraag van de onderzoeker. Indien de gezinsleden op een later moment de onderzoeker achterna reizen, kan de aanvraag later worden ingediend.
MVV-plichtige gezinsleden die al door een andere EU-lidstaat in het bezit zijn gesteld van een geldige verblijfsvergunning in het kader van gezinshereniging bij een onderzoeker die onder de EU-richtlijn valt, mogen zonder MVV Nederland inreizen. Blijven zij langer dan drie maanden in Nederland om bij hun echtgenoot/partner/vader te zijn, dan moet er wel een verblijfsvergunning worden aangevraagd. Op het verblijfspasje van de gezinsleden komt de volgende arbeidsmarktaantekening te staan: ‘Verblijf bij (naam onderzoeker). Arbeid vrij toegestaan. TWV niet vereist’. Daarmee zijn ze vrij om elke vorm van economische activiteit op te pakken in Nederland.
- Meer informatie over de EU richtlijn 2016/801 vindt u op deze webpagina van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
- U kunt de gehele EU richtlijn 2016/801 hier downloaden.
- Een overzicht van de leges met betrekking tot de EU richtlijn 2016/801 kunt u vinden op deze webpagina van de Immigraite- en Naturalisatiedienst (IND).
De kennismigrantenregeling is een versoepelde toelatingsprocedure die alleen geldt bij een verblijf van meer dan 90 dagen. Om gebruik te maken van deze regeling moet uw instelling als erkend referent voor het doel arbeid bekend zijn bij de IND. Voor kennismigranten hoeft u geen tewerkstellingsvergunning aan te vragen. Mee- of nareizende familieleden hebben evenmin een tewerkstellingsvergunning nodig om in Nederland te kunnen werken. Ook voor de familieleden geldt een versnelde toelatingsprocedure.
Om als kennismigrant in aanmerking te komen moet uw gast óf een bepaald minimumsalaris verdienen óf een bepaalde functie uitoefenen. Hieronder leest u wie onder de definitie van kennismigrant valt:
- Kennismigrant 30 jaar of ouder. Een kennismigrant is een migrant die in Nederland arbeid in loondienst verricht. Voor een kennismigrant van 30 jaar of ouder geldt een salariscriterium van € 4.500 bruto per maand*.
- Kennismigrant jonger dan 30 jaar. Een kennismigrant is een migrant die in Nederland arbeid in loondienst verricht. Voor een kennismigrant jonger dan 30 jaar geldt een salariscriterium van € 3.299 bruto per maand*.
- Kennismigrant aansluitend op afstuderen of na zoekjaar hoogopgeleiden. Een kennismigrant is een migrant die in Nederland arbeid in loondienst verricht. Voor kennismigranten aansluitend op het zoekjaar hoogopgeleiden, of zonder vergunning zoekjaar hoogopgeleiden direct binnen 3 jaar na afstuderen of verrichten van wetenschappelijk onderzoek geld een salariscriterium van € 2.364* bruto per maand (Bron: IND ). Lees meer over het zoekjaar hoogopgeleiden op de webpagina van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
- Dit lage normbedrag geldt ook als uw werkgever een verblijfsvergunning kennismigrant voor u aanvraagt en u aan de voorwaarden voldoet voor het zoekjaar hoogopgeleiden, maar u niet eerder op basis van dezelfde studie of hetzelfde wetenschappelijk onderzoek een verblijfsvergunning voor het zoekjaar hoogopgeleiden hebt gehad.
- Hebt u eerder een verblijfsvergunning voor het zoekjaar hoogopgeleiden gehad, maar is tijdens of aansluitend op dit zoekjaar geen verblijfsvergunning kennismigrant voor u aangevraagd? Het lage normbedrag geldt voor u niet. In dat geval moet u, afhankelijk van uw leeftijd, een inkomen verdienen dat minimaal gelijk is aan het normbedrag voor kennismigranten 30 jaar of ouder of kennismigranten jonger dan 30 jaar.
- Wetenschappelijk onderzoeker. Hieronder valt staff dat is aangesteld op basis van een UFO functiecode 01 functie, die niet in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning onder de richtlijn 2016/801 (minder dan 50% van hun tijd besteden aan wetenschappelijk onderzoek). Aanvullende voorwaarden:
- U hebt voldoende inkomen als uw brote maandsalaris minimaal gelijk is aan het normbedrag voor alleenstaanden of echtparen / ongehuwd samenwonenden. Dit hangt af van uw gezinssituatie.
- Het aanstellingsbesluit of de arbeidsovereenkomst is ondertekend namens de instelling. In dit besluit of contract staan de functieduiding en de functiecode vermeld zoals opgesteld in het Universitair Functieordeningssysteem (UFO).
- Let op: de term wetenschappelijk onderzoeker kan verwarrend zijn. Hiermee wordt wetenschappelijk personeel onder UFO functiecode 01 anders dan onderzoekers bedoelt.
- Gastdocent. De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit de duur en de aard van de werkzaamheden en het loon blijken een aanstellingsbesluit of een gastovereenkomst (Bron: Vreemdelingencirculaire 2000 B6 4.3).
- Arts in opleiding. De arts in opleiding is verplicht een dienstverband in Nederland te hebben. Aanvullende voorwaarden:
- U hebt voldoende inkomen als uw bruto maandsalaris minimaal gelijk is aan het normbedrag voor alleenstaanden of echtparen / ongehuwd samenwonenden. Dit hang af van de gezinssituatie.
- De IND beschouwt een bewijs van inschrijving in het opleidingsregister van de Medische Specialisten Registratie Commissie, de Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie of de Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling is ingeschreven als arts of specialist in opleiding (Bron: Vreemdelingencirculaire 2000 B6 4.3).
*bedragen worden jaarlijks geindexeerd, dit zijn de bedragen voor 2019.
Wetenschappelijk onderzoekers, artsen in opleiding en gastdocenten moeten 70% van het wetttelijk minimumloon verdienen. Dit geldt ook als de wetenschappelijk onderzoeker, arts in opleiding of gastdocent een verblijfsvergunning als kennismigrant heeft en voor wetenschappelijk onderzoekers in de zin van de richtlijn EU/2016/801. Voor 1e helft 2019 is 70% van het bruto loon per maand €1.221,54 (Bron: IND).
- Uw instelling moet een aanvraag voor afgifte van een machtiging tot voorlopig verblijf indienen.
- Uw instelling moet de aanvraag voor een verblijfsvergunning begeleiden.
- Uw instelling moet zich garantstellen voor bepaalde kosten die uit het verblijf van de kennismigrant (en eventuele gezinsleden die meekomen) kunnen voortvloeien.
- Als de kennismigrant niet langer bij uw instelling werkt, moet u dit bij de IND melden. Dit wordt de ‘afmeldplicht’ genoemd. Door uw gast af te melden vervalt de garantstelling.
Het ‘zoekjaar hoogopgeleiden’ geeft hoogopgeleide vreemdelingen, tot drie jaar na afstuderen, promoveren of wetenschappelijk onderzoek doen, een jaar de tijd om een baan als kennismigrant te vinden of een innovatief bedrijf te starten.Een kennismigrant is in dit geval iemand die in dienst treedt bij een werkgever die bij de IND geregistreerd staat als zijnde gerechtigd om kennismigranten naar Nederland te halen. De kennismigrant dient in 2018 minimaal €2.314,- (ex. vakantiegeld) bruto per maand te verdienen (dit bedrag wordt jaarlijks opnieuw geïndexeerd).
U hebt in de afgelopen 3 jaar:
- een geaccrediteerde bachelor- of masteropleiding in Nederland afgerond.
- wetenschappelijk onderzoek verricht. U had in Nederland een verblijfsvergunning met als doel wetenschappelijk onderzoek in de zin van richtlijn 2005/71/EG of een verblijfsvergunning met als doel arbeid als kennismigrant voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek.
- een postdoctorale opleiding van ten minste een academisch jaar (minimaal 10 maanden) in Nederland afgerond.
- een opleiding afgerond in het kader van de Wet op het specifiek cultuurbeleid.
- een opleiding afgerond in het kader van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
- een mastergraad behaald in het kader van een Erasmus Mundus Masters Course.
- een bij ministeriële regeling aangewezen hoger onderwijsopleiding afgerond.
- aan een aangewezen buitenlandse onderwijsinstelling* een masteropleiding, een promotietraject of een postdoctorale opleiding afgerond of u bent gepromoveerd en u hebt:
- een minimale score behaald van 6.0 bij het International English Language Testing System
- een minimale score behaald van 6.0 in een Engelse taaltest zoals opgenomen in de Gedragscode internationale student hoger onderwijs
- een diploma, certificaat of document als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van het Besluit inburgering
- de masteropleiding, het promotietraject of de postdoctorale opleiding gevolgd in het Engels of het Nederlands
* Aangewezen buitenlandse onderwijsinstellingen zijn de onderwijsinstellingen opgenomen in de top 200 van de algemene ranglijsten of in de top 200 van de beschikbare ranglijsten per vakgebied - die overeenkomen met het vakgebied waarin u bent afgestudeerd of gepromoveerd - van:
- Times Higher Education World University Rankings
- QS World University Rankings
- Academic Ranking of World Universities
De werkgever hoeft niet over een tewerkstellingsvergunning (TWV) te beschikken voor een werknemer met een verblijfsvergunning zoekjaar hoogopgeleiden.
De partner is, net als de hoofdaanvrager van het zoekjaar, vrij op de arbeidsmarkt. Gezinshereniging is toegestaan, maar in dat geval gelden de normbedragen voor ‘verblijf bij partner’.
Gedurende het jaar heeft de vreemdeling geen recht op het ontvangen van een bijstandsuitkering. Als hij een beroep doet op de openbare kas, kan de verblijfsvergunning worden ingetrokken.
Aan het einde van het zoekjaar kan de verblijfsvergunning niet worden verlengd. De houder van de verblijfsvergunning is verplicht om tijdig (voor afloop van zijn huidige vergunning) een wijziging van de beperking aan te vragen, bijvoorbeeld naar kennismigrant, of voor afloop van de verblijfsvergunning Nederland te verlaten.
Het zoekjaar kan meerdere keren aangevraagd worden. Dit kan echter niet op basis van dezelfde graad of hetzelfde onderzoek, maar wel als er een nieuwe graad is behaald of een nieuw onderzoek is afgerond.
- Snelle doorlooptijd. Beslissing op eerste aanvraag ligt in de praktijk op 2 weken. (Let op, verlengingen duren doorgaans langer)
- Eén aanvraagprocedure voor inreisvisum (MVV) en verblijfsvergunning.
- Vergunning wordt verstrekt voor de duur van het hele verblijf (tot maximaal 5 jaar).
- Werkvergunning zit in de verblijfsvergunning verwerkt.
- Meenemen van partners/kinderen, verloopt ook versneld.
- Partner krijgt vrij toegang tot de arbeidsmarkt.
- Digitale aanvragen indienen is mogelijk.
Machtiging Voorlopig Verblijf (MVV)
Uw gast heeft naast een verblijfvergunning ook een Machtiging Voorlopig Verblijf (MVV) nodig. Een MVV is een sticker die in het paspoort van uw gast wordt geplakt op de ambassade. Op de sticker staat achter 'type visum' de letter 'D'. Deze sticker geeft hem het recht om Nederland in te reizen. Daar krijgt uw gast een verblijfsvergunning, dat hem legaal verblijfsrecht verleend. Als uw gast na aankomst in Nederland op reis moet naar het buitenland en hij is nog niet in het bezit van een verblijfsvergunning, dan kan hij op basis van zijn MVV maximaal 90 dagen in het Schengengebied verblijven.
Aanvraag Machtiging Voorlopig Verblijf (MVV)
Op deze webpagina van het ministerie van Buitenlandse Zaken kunt u kijken of uw buitenlandse gast een inreisvisum MVV nodig heeft, dit is vaak wel het geval als uw gast een nationaliteit uit landengroep 3 heeft. Meer informatie over het MVV leest u op deze webpagina van Koninkrijk der Nederlanden.
De MVV aanvraag is volledig in de verblijfsvergunningsaanvraag geschoven. U vraagt de MVV aan door bij de aanvraag verblijfsvergunning, de optie te kiezen "inclusief MVV".
Nadat de IND een positief besluit heeft genomen, wordt de desbetreffende Nederlandse vertegenwoordiging hiervan op de hoogte gesteld. De onderzoeker kan nu naar de ambassade of het consulaat gaan om de officiële MVV-aanvraag in te dienen. Tevens worden vingerafdrukken en een pasfoto afgenomen, en moet de betrokkene zijn handtekening zetten. Deze biometrische gegevens zullen op de verblijfspas worden gezet die uitgereikt wordt na aankomst in Nederland.
Kennismigranten en richtlijners mogen hun gezinsleden mee naar Nederland nemen als aan de algemene voorwaarden voor verblijf in het kader van gezinshereniging wordt voldaan (zoals het aantonen van de gezinsband en het beschikken over voldoende middelen van bestaan). Afhankelijk van de nationaliteit van de gezinsleden moeten zij ook in het bezit zijn van een MVV voordat zij Nederland in kunnen reizen.
Reizen de gezinsleden tegelijkertijd met uw gast mee, dan kan de werkgever de aanvraag voor de gezinsleden tegelijkertijd indienen met het verzoek van de gast. Reizen de gezinsleden op een later moment, dan kan de aanvraag later worden ingediend.
Terugkeervisum
Een terugkeervisum is een sticker die in het paspoort wordt geplakt. Met deze sticker kan uw gast terugkeren naar Nederland als hij nog geen (nieuwe) verblijfsvergunning heeft. Echter heeft uw gast heeft de nationaliteit van een land uit landengroep 3, daarom heeft hij alleen een geldig paspoort nodig om terug te kunnen keren naar Nederland.
Tewerkstellingsvergunning voor de arbeidsmarkt
Voor gasten die in de academische wereld komen werken, hoeft u in de meeste gevallen geen tewerkstellingsvergunning (TWV) aan te vragen. Waarschijnlijk komt uw gast in aanmerking voor een verblijfsdoel waarbij hij mag werken zonder TWV. Zo wordt stage wordt ook gezien als arbeid, het is dan ook noodzakelijk om na te gaan of een TWV voor stage verplicht is en of dat er kan worden volstaan met de BUWAV stageovereenkomst. Dus let op: het verblijfsdoel is altijd doorslaggevend.
Wanneer dit niet het geval is moet u wel een TWV aanvragen, lees meer informatie over de over de voorwaarden en aanvraagprocedure van een TWV op deze pagina van EURAXESS Netherlands over werkvergunningen.
Landengroep 4
Alle overige landen.
Kort verblijf
Gasten uit landengroep 4 moeten op basis van hun nationaliteit een Schengenvisum ofwel Visum Kort Verblijf (VKV) als inreisvisum aanvragen. Zij mogen bij goedkeuring maximaal 90 dagen binnen 180 dagen in Nederland verblijven.
Een Schengenvisum is een sticker in het paspoort, wat doorgaans toegang geeft tot de gehele Schengenregio voor een maximale termijn van 90 dagen binnen 180 dagen. Het Schengenvisum is een Europees product dat wordt geregeld in Europese regelgeving. In sommige gevallen kan een zogenaamd 'territoriaal beperkt' visum worden afgegeven dat alleen voor een enkel land geldig is, maar dat is uitzonderlijk. Ook kunt op deze pagina van Koninkrijk der Nederlanden meer informatie lezen over een Schengenvisum kort verblijf.
Het aanvraagformulier voor het Schengenvisum is vaak op de website van de ambassade te vinden, alsook op de website van Rijksoverheid U kunt de dichtstbijzijnde Nederlandse ambassade op de website van het ministerie van Buitenlandse Zaken vinden.
- Verblijf in meer dan één Schengenland: Wellicht komt uw gast niet alleen naar Nederland, maar bezoekt hij ook een ander Schengenland. In dat geval moet hij de visumaanvraag indienen bij de ambassade van het land waar hij de meeste tijd zal verblijven. Het maakt hierbij niet uit welk land hij als eerste zal bezoeken, of via welk land hij inreist.
- Beslissende partij: De bevoegdheid om op aanvragen voor VKV te beslissen ligt bij de minister van Buitenlandse Zaken.
- Duur van de procedure: Soms kan de ambassade het Schengenvisum binnen een paar dagen afgeven. Het gebeurt echter ook dat er enkele maanden overheen gaan. Adviseer uw gast daarom om de aanvraag zo vroeg mogelijk in te dienen.
- Beslissing op de aanvraag: Bij een positieve beslissing ontvangt uw gast bericht (mondeling of schriftelijk) dat hij de VKV-sticker op de ambassade of het consulaat kan ophalen. Bij een negatieve beslissing ontvangt uw gast een schriftelijk bericht waarin staat vermeld waarom de aanvraag is afgewezen.
Een Schengenvisum wordt alleen afgegeven als de aanvrager aan bepaalde voorwaarden voldoet. Bij het indienen van de aanvraag op de ambassade, moet uw gast een aantal documenten meenemen om te laten zien dat hij aan de voorwaarden voldoet. U kunt meer informatie vinden over de aanvraag van een VKV of Schengenvisa op deze website van het ministerie van buitenlandse zaken.
De IND neemt aan dat sprake is van bestendig verblijf als een niet EU-burger op het moment van indienen van de mvv-aanvraag of het toetsmoment:
- verblijft in een land op basis van een verblijfsvergunning met een geldigheidsduur van drie maanden of meer;
- in het land waar hij verblijft, gerechtigd is de uitkomst van een aanvraag voor verblijf (aldaar) af te wachten; of
- verblijft in een land waar hij een verblijfsprocedure heeft doorlopen, waarvan de uitkomst in rechte onaantastbaar is geworden en er een juridisch beletsel bestaat tegen uitzetting.
De IND neemt uitsluitend genoegen met een termijn korter dan drie maanden als er geen sprake is van het omzeilen van de mvv-procedure of oneigenlijk gebruik daarvan. De IND neemt in ieder geval geen bestendig verblijf aan als de vreemdeling in een land verblijft op grond van een visum voor kort verblijf.
Bron: Vreemdelingencirculaire 2000 (B), artikel 3.3.1.
De VKV kan voor één inreis (single entry) of voor meerdere inreizen (multiple entry) worden afgegeven. De houder van een single entry VKV, kan voor één inreis éénmalig het Schengengebied inreizen en vervolgens binnen het gebied rondreizen zolang het visum geldig is. Verlaat hij echter het Schengengebied terwijl de geldigheidsduur nog niet verstreken, dan zal er toch een nieuwe VKV moeten worden aangevraagd als hij opnieuw het Schengengebied wil in komen.
De houder van een multiple entry visum mag vrij reizen binnen het hele Schengengebied en kan ook meerdere malen het Schengengebied in en uit reizen. Uw gast hoeft de 90 dagen dus niet in een keer 'op te nemen'. Als hij een zogenoemd multiple entry visum heeft, mag hij binnen de geldigheidsduur van het visum zo vaak als hij wil naar het Schengengebied reizen, zolang het totaal aantal dagen van verblijf binnen het Schengengebied de 90 dagen niet overschrijdt.
Over het algemeen wordt een multiple entry visum afgegeven met een geldigheid van maximaal 180 dagen. Het totale verblijf binnen de geldigheid van het visum mag dan niet langer duren dan de op het visum vermelde periode. In enkele gevallen wordt een multiple entry visum afgegeven voor een periode langer dan 180 dagen. Dan mag de houder, gedurende de geldigheid van het visum, meer dan 90 dagen in het Schengengebied verblijven, mits binnen geen enkele periode van 180 dagen, het verblijf 90 dagen overschrijdt.
Het Schengenvisum is vanaf de datum van afgifte in principe 6 maanden geldig. Het verblijf in het Schengengebied moet binnen deze 6 maanden plaatsvinden. De terugreis mag dus niet na de uiterste geldigheidsdatum plaats vinden. De Europese Commissie heeft een calculator ontwikkeld om na te gaan of het verblijf nog binnen de 180 dagen valt.
Maximale duur: 90 in 180 dagen regel
De maximale duur van een visum alsook van de vrije termijn is 90 dagen binnen 180 dagen. Dit betekent dat iemand die 90 dagen in het Schengengebied is geweest, pas weer terug mag komen nadat hij 90 dagen buiten het gebied is geweest. Als iemand de 90 dagen periode niet in een onafgebroken termijn opneemt, maar in kortere perioden, dan moet je kijken of de persoon terugkijkend per dag voldoet aan de 90 binnen 180 dagen regel én vooruitkijkend dat iemand zal voldoen aan deze regel.
- Een Chinees wil in maart en april in Nederland komen én in juli en augustus. Dat zijn in totaal 61 plus 62 dagen = 123 dagen. Daarmee wordt de 90 dagen termijn overschreden. Dit kan niet.
- Een Vietnamees wil steeds een maand in NL en een maand buiten Schengen verblijven vanaf 1 september tot eind juli het jaar erop. September is 30 dagen. November is 30 dagen. Januari is 31 dagen. Maart is 31 dagen. Mei is 31 dagen. Juli is 31 dagen. Op elk moment in het jaar moet je 180 dagen terug kunnen kijken en voldoen aan de 90 binnen die 180 dagen. Dat kan alleen als de Vietnamees maximaal 30 dagen per keer in Schengen is bijvoorbeeld. Of om de drie maanden een paar dagen korter komt.
- Een Ghanese wil vanaf 1 april 2 maanden in Nederland gastcolleges komen geven. Dat past prima binnen de 90 dagen. Echter zij heeft in Frankrijk 5 weken verblijf gehad in januari en februari voorafgaand aan de 1 april. Dan moeten de dagen in Frankrijk (een ander Schengenland) opgeteld worden bij de dagen die zij in NL zal verblijven. Het totaal mag niet boven de 90 uitkomen over een periode van 180 dagen. Daar komt zij nu wel overheen. Ze zal eerder moeten vertrekken dan eind mei.
Wanneer uw gast toch langer zou willen blijven geldt in beginsel dat uw gast dan met een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) had moeten inreizen. Iemand die met een Schengenvisum/ Visum Kort Verblijf is ingereisd, kan namelijk nooit een verblijfsvergunning aanvragen. Uw gast moet in dit geval terug naar zijn land van herkomst om een MVV aan te vragen. In bepaalde situaties kan het mogelijk zijn om een Schengenvisum met enkele weken te verlengen. Bekijk voor meer informatie de website van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
Lees meer over het Schengenvisum kort verblijf
- Europese Commissie informatie
- Ministerie van Buitenlandse Zaken (Nederlands): Hoe vraag ik een visum voor NL aan?
- Ministerie van Buitenlandse Zaken (Engels) Short Stay Schengen visa (90 days or less).
Lang verblijf
Wanneer uw (niet EU-)gast langer dan 90 dagen in Nederland wil verblijven, wordt het verblijf aangemerkt als lang verblijf. Uw gast heeft dan een verblijfsvergunning nodig om in Nederland te verblijven. Op lang verblijf is de Nederlandse Vreemdelingenwet van toepassing. De Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) voert de Vreemdelingenwet uit, zij bepalen of iemand een verblijfsvergunning krijgt. Gasten uit landengroep 2 moeten op basis van hun nationaliteit een Verblijfsvergunning Regulier (VVR) en een Machtiging tot Voorlopig Verblijf (MVV) aanvragen.
Verblijfsvergunning (VVR)
Een verblijfsvergunning ziet eruit als een plastic kaart ter grootte van een bankpasje. Met dit document toont uw gast aan dat hij legaal in Nederland verblijft. Een verblijfsvergunning wordt altijd voor een bepaald doel verleend, bijvoorbeeld voor studie, werken als kennismigrant etc. Met de verblijfsvergunning kan uw gast Nederland in- en uitreizen. Ook mag hij door het Schengengebied reizen. Het verblijf in andere Schengenlanden is echter beperkt tot maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen. Als uw gast langer in een ander Schengenland wil verblijven, zijn de lokale immigratieprocedures van dat land van toepassing.
Maximale duur - 90 in 180 dagen regel
De maximale duur van een visum alsook van de vrije termijn is 90 dagen binnen 180 dagen. Dit betekent dat iemand die 90 dagen in het Schengengebied is geweest, pas weer terug mag komen nadat hij 90 dagen buiten het gebied is geweest. Als iemand de 90 dagen periode niet in een onafgebroken termijn opneemt, maar in kortere perioden, dan moet je kijken of de persoon terugkijkend per dag voldoet aan de 90 binnen 180 dagen regel én vooruitkijkend dat iemand zal voldoen aan deze regel.
- Een Chinees wil in maart en april in Nederland komen én in juli en augustus. Dat zijn in totaal 61 plus 62 dagen = 123 dagen. Daarmee wordt de 90 dagen termijn overschreden. Dit kan niet.
- Een Vietnamees wil steeds een maand in NL en een maand buiten Schengen verblijven vanaf 1 september tot eind juli het jaar erop. September is 30 dagen. November is 30 dagen. Januari is 31 dagen. Maart is 31 dagen. Mei is 31 dagen. Juli is 31 dagen. Op elk moment in het jaar moet je 180 dagen terug kunnen kijken en voldoen aan de 90 binnen die 180 dagen. Dat kan alleen als de Vietnamees maximaal 30 dagen per keer in Schengen is bijvoorbeeld. Of om de drie maanden een paar dagen korter komt.
- Een Ghanese wil vanaf 1 april 2 maanden in Nederland gastcolleges komen geven. Dat past prima binnen de 90 dagen. Echter zij heeft in Frankrijk 5 weken verblijf gehad in januari en februari voorafgaand aan de 1 april. Dan moeten de dagen in Frankrijk (een ander Schengenland) opgeteld worden bij de dagen die zij in NL zal verblijven. Het totaal mag niet boven de 90 uitkomen over een periode van 180 dagen. Daar komt zij nu wel overheen. Ze zal eerder moeten vertrekken dan eind mei.
Aanvraag verblijfsvergunning (VVR)
Alleen een werkgever/gastinstelling kan een verblijfsvergunning voor wetenschappelijk personeel aanvragen. Daarvoor moet de werkgever/gastinstelling wel eerst bij de IND geregistreerd zijn als erkend referent. Een werkgever kan zich bij de IND laten registreren als erkend referent. Meer informatie over erkend referentschap vindt u op deze webpagina van het Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
Om een verblijfsvergunning aan te vragen voor studenten, kennismigranten en wetenschappelijk onderzoekers in de zin van richtlijn 2016/801, is de erkenning verplicht. Als erkend referent zorgt u ervoor dat het dossier van de vreemdeling compleet is, en dat de vreemdeling met zorg is geselecteerd. De IND geeft op uw woord (via de verklaring) een verblijfsvergunning af, achteraf wordt er gecontroleerd.
Er zijn 2 soorten referenten, namelijk een 'gewonen referent' en een 'erkende referent'.
Een gewone referent kan zijn een:
- particuliere referent (individueel persoon): referent voor een gezinslid. Een particuliere referent kan zich niet laten erkennen;
- zakelijke referent: werkgevers bij arbeid in loondienst, seizoenarbeid, lerend werken (stagiairs en praktikanten) of houders van een Europese blauwe kaart.
Een erkende referent kan zijn een:
- verplicht erkende referent: bij studie, uitwisseling (au pair en via een uitwisselingsorganisatie), wetenschappelijk onderzoeker in de zin van richtlijn 2016/801 en kennismigrant;
- onverplicht erkende referent: werkgevers bij arbeid in loondienst, seizoenarbeid, lerend werken (stagiairs en praktikanten) of houders van een Europese blauwe kaart kunnen zich vrijwillig laten erkennen. Als een verblijfsvergunning wordt aangevraagd, dan is erkenning als referent niet verplicht, maar wel mogelijk.
Het is mogelijk om voor meerdere categorieën tegelijk erkenning aan te vragen. Voor elke categorie erkenning moeten dan leges worden betaald. Erkenning kan worden aangevraagd voor de hierbovengenoemde categorieën: studie, uitwisseling, onderzoek en arbeid. Lees meer over de voorwaarden voor het aanvragen van erkend referentschap in de brochure 'Erkenning als referent' van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
Rechten
- Een erkend referent heeft toegang tot versnelde procedures. Dit houdt in dat de IND er naar streeft om binnen twee weken te beslissen op een aanvraag voor een MVV en/of VVR. Een erkend referent mag een gecombineerde aanvraag voor de MVV en VVR indienen, de zogenaamde TEV-procedure (Toelating en Verblijf).
- De erkend referent hoeft de IND niet een compleet dossier toe te sturen, maar kan volstaan met het indienen van een eigenverklaring. Daarmee verklaart de referent dat de vreemdeling aan de voorwaarden voldoet voor verlening van een MVV en/of VVR. De IND controleert de aanvragen steekproefsgewijs.
- De erkend referent heeft een vast aanspreekpunt bij de IND.
Plichten
Als erkend referent heeft u een aantal verantwoordelijkheden. Deze zijn onder te brengen in drie plichten: zorgplicht, informatieplicht en administratieplicht (ook wel bewaarplicht genoemd).
Zorgplicht
Onder zorgplicht wordt verstaan: de plicht van de erkend referent om ervoor te zorgen dat de vreemdelingen zorgvuldig worden geselecteerd en de vreemdeling op de hoogte is van zijn rechten en plichten in het kader van de immigratiewetgeving.
De erkend referent informeert de vreemdeling afdoende over zijn rechten en plichten,
Als de erkend referent zich aan de zorgplicht houdt, maar de vreemdeling toch iets doet wat niet in overeenstemming is met zijn beperking, dan heeft dit geen gevolgen voor het erkend referentschap. Als de erkend referent weet heeft van de overtreding door de vreemdeling, dan moet de erkend referent dit wel melden bij de IND.
Als blijkt dat dingen niet goed lopen, dan zal de IND contact met u opnemen. Alleen bij aanhoudende ongeregeldheden of bij ernstige nalatigheid kan dit tot sancties leiden.
Informatieplicht
Onder informatieplicht wordt verstaan de plicht om wijzigingen door te geven aan de IND die van invloed kunnen zijn voor het verblijfsrecht van de vreemdeling. De afmeldplicht behoort hier ook toe.
De erkend referent geeft zaken door via het Meldingsformulier. Dit Meldingsformulier is te vinden op de website van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en in de online portal . De erkend referent voldoet aan zijn informatieplicht als het de gegevens doorgeeft die gemeld kunnen worden via het meldingsformulier.
Afmelden
De erkend referent moet alle vreemdelingen afmelden die vertrekken bij de erkend referent. Dit geldt nadrukkelijk niet alleen voor vreemdelingen die eerder dan gepland vertrekken, maar ook voor de personen waarvan de verblijfsvergunning van rechtswege al afloopt. Ook dit valt onder de informatieplicht.
Administratie en bewaarplicht
Als erkend referent hoeft u dus niet meer het gehele dossier naar de IND te sturen wanneer u een aanvraag voor een MVV en/of VVR doet. U dient deze stukken wel in uw administratie te bewaren. Ook als u als werkgever of onderzoeksinstelling niet langer referent bent voor uw gast, dan moet u de relevante informatie nog 5 jaar bewaren.
Administratieplicht voor ‘oude’ vreemdelingen(vreemdelingen die bij u zijn gestart voor 1 juni 2013)
Stukken die in het verleden zijn overgelegd aan de IND hoeven niet te worden geadministreerd. Erkend referenten zijn vanaf 1 juni 2013 begonnen met als het ware een vers dossier van hun ‘oude’ vreemdelingen. De eerstvolgende procedure die u voor een ‘oude’ vreemdeling zult doen vallen wel onder de administratie en bewaarplicht. U kunt hierbij denken aan melding van relevante wijzigingen, een wijziging beperking, verlenging etc.
Middelencheck
Bij onbezoldigde onderzoekers moet de erkend referent bij de eerste aanvraag een bewijs van voldoende middelen zien. Wanneer er niet voldoende middelen zijn voor de gehele duur van het verblijf en er geen buitenlandse beurs is, is de erkend referent ervoor verantwoordelijk dat er jaarlijks aangetoond kan worden dat de onbezoldigd onderzoeker nog over voldoende middelen beschikt.
Kopie geldig paspoort
De officiële beleidslijn vanuit de IND is dat er naast de houderspagina ook de bestempelde pagina’s van het paspoort moeten worden meegestuurd. In de praktijk wordt de houderspagina als allerbelangrijkste ervaren.
Kopie nieuw paspoort wel gewenst
Als het paspoort van de vreemdeling tijdens het verblijf in Nederland afloopt, dan is het wel de bedoeling dat er in de administratie een kopie wordt opgenomen van het nieuwe paspoort, zodat u altijd een kopie heeft van een geldig verblijfsdocument.
Meer informatie
Soepele procedures
Voor wetenschappelijk personeel zijn twee verblijfsvergunningen van toepassing met versoepelde administratieve procedures en voordelige voorwaarden, namelijk de kennismigrantenregeling en de onderzoeker volgens richtlijn (EU) 2016/801voorwaarde. Ook is er het zoekjaar voor hoogopgeleiden die versoepelingen biedt.
Hier vindt u informatie over de volgende ondewerpen met betrekking tot onderzoek in de van de EU richtlijn 2016/801.
- Doel van de richtlijn 2016/801: het regelt de toelating van wetenschappelijk onderzoekers die niet afkomstig zijn uit de EU, de EER of Zwitserland bij een verblijf langer dan 90 dagen. In Nederland is deze richtlijn vertaald in de verblijfsvergunning onderzoeker in de zin van richtlijn EU/2016/801.
- Verblijfsdoel omschrijving op pasje: “Onderzoek in de zin van richtlijn (EU) 2016/801” (onderzoekersmobiliteit)
- Erkend referent: Om gebruik te maken van deze procedure moet uw instelling bekend zijn als erkend referent bij de IND voor dit specifieke verblijfsdoel. Meer informatie over erkend referentschap vindt u op deze webpagina.
- Definitie onderzoeker volgens de richtlijn: "een derdelander die een doctorsgraad heeft of een passend diploma van het hoger onderwijs dat deze derdelander toegang geeft tot doctoraatsprogramma's en die door een onderzoeksinstelling is geselecteerd en tot het grondgebied van een lidstaat is toegelaten om een onderzoeksproject uit te voeren waarvoor die graad of dat diploma doorgaans vereist zijn"
- Hoofdzakelijk onderzoek: Van belang is dat uw gast hoofdzakelijk onderzoek komt uitvoeren. Dit betekent dat ten minste 50 procent van de tijd aan onderzoekswerkzaamheden besteed moet worden. De onderzoeker is vrij om ook ander werk te doen wat niet direct met onderzoek te maken heeft. Dit werk kan bestaan uit lesgeven, maar de onderzoeker mag bijvoorbeeld ook gaan werken in de horeca. Hier is de onderzoeker vrij in, zo lang ten minste 50 procent van de tijd van de betrekking bij u wordt besteed aan onderzoekswerkzaamheden.
U ontvangt mogelijk drie typen onderzoekers in dit kader van de richtlijn 2016/801, namelijk:
- Nieuwe onderzoekers : De non EU/EER-onderzoeker die van buiten de EU naar uw instelling komt. U vraagt een gewone verblijfsvergunning aan voor onderzoeker in de zin van richtlijn EU/2016/801. U bent erkend referent voor deze onderzoeker.
- Korte Termijn Mobiliteit: De non EU/EER-onderzoeker die een verblijfsvergunning heeft bij een andere EU lidstaat voor onderzoek en voor maximaal 180 dagen naar uw instelling komt om te werken aan hetzelfde onderzoek. U meldt deze onderzoeker aan bij de IND. Als de IND binnen 30 dagen geen bezwaar heeft gemaakt, mag de onderzoeker blijven gedurende de korte termijn mobiliteitsduur. U bent geen erkend referent voor deze onderzoeker. U hoeft geen dossier te bewaren, maar u dient wel deze onderzoeker op basis van dezelfde voorwaarden als een VVR-houder te toetsen (op paspoort, gastovereenkomst, financiele middelen, antecedentenverklaring, diploma) - deze documenten kan de IND opvragen, u kunt ze dan weer opvragen bij de onderzoeker.
- Lange Termijn Mobiliteit: De non EU/EER-onderzoeker die een verblijfsvergunning heeft bij een andere EU lidstaat voor onderzoek en voor langer dan 180 dagen naar uw instelling komt om te werken aan hetzelfde onderzoek. U vraagt een verblijfsvergunning aan en u bent erkend referent voor deze onderzoeker. U geeft ook aan op het aanvraagformulier dat er sprake is van LTM.
Een erkend referent heeft enkele verplichtingen, namelijk:
- Uw instelling en de onderzoeker moeten vastleggen in een gastovereenkomt of dienstverband: dat het onderzoeksproject is goedgekeurd door de onderzoeksinstelling; dat de onderzoeker beschikt over een diploma dat toegang geeft tot een doctoraatprogramma, of over een doctoraatgraad beschikt; de rechtsbetrekking en de arbeidsvoorwaarden.
- Uw instelling dient het verzoek om advies voor afgifte van een machtiging tot voorlopig verblijf en de aanvraag voor een verblijfsvergunning in
- Uw instelling moet zich garantstellen voor bepaalde kosten die uit het verblijf van de onderzoeker kunnen voortvloeien.
- Als de onderzoeker niet langer onderzoek verricht bij uw instelling moet u dit bij de IND melden. Dit wordt de ‘afmeldplicht’ genoemd. Door uw gast af te melden vervalt de garantstelling.
- De onderzoeker moet voldoen aan de financiele middelen toets. Als de onderzoeker geen salaris ontvangt, geen buitenlandse beurs heeft, of aan het begin van haar/zijn termijn niet voldoende middelen heeft voor de gehele duur van het verblijf, dan moet de werkgever/host jaarlijks toetsen of de onderzoeker nog over voldoende middelen beschikt.
De procedure EU richtlijn 2016/2018 heeft enkele voordelen, namelijk:
- Tewerkstellingsvergunning (TWV): Voor onderzoekers die onder deze EU-richtlijn vallen hoeft u geen tewerkstellingsvergunning aan te vragen. Mee- of nareizende familieleden hebben evenmin een tewerkstellingsvergunning nodig om in Nederland te kunnen werken. De onderzoeker heeft als arbeidsmarkt aantekening: vrij op de arbeidsmarkt. Dus naast het onderzoek kunnen allerhande economische activiteiten worden ontplooit. Uiteraard moet wel ten alle tijden voldaan worden aan de voorwaarden van de verblijfsvergunning.
- Snelle procedure: U vraagt de verblijfsvergunning aan op basis van een verklaring dat het dossier op orde is. Dit kan de IND naderhand controleren. Doorgaans hebt u binnen 2 weken uw aanvraag afgehandeld. Ook voor de familieleden geldt een versnelde toelatingsprocedure.
- Geen inburgeringsplicht: De vreemdeling noch mee- of nareizende familieleden hoeven geen inburgeringstoets toe doen.
Er zijn een aantal regels die de intra-EU mobiliteit makkelijker maken, namelijk:
- Geen MVV plicht: bij een aanvraag voor een buitenlander met een geldige VVR uit een ander Schengenland.
- Vrij reizen naar Schengenlanden: Dat mag zolang de 90 dagen binnen 180 dagen wordt gerespecteerd. Op elk gegeven moment mag iemand niet meer dan 90 dagen binnen 180 dagen in andere Schengenlanden verblijven.
- Inkomende KTM: Iemand die een verblijfsvergunning als onderzoeker heeft bij een ander EU-land, waar de richtlijn 2016/801 van toepassing is, mag tot 180 dagen in NL verblijven zonder dat een verblijfsvergunning aangevraagd hoeft te worden. Deze Korte Termijn Mobiliteit (KTM) moet wel bekend gemaakt worden bij de IND. De erkend referent is geen erkend referent over deze onderzoeker. Er zijn geen kosten verbonden aan het melden van deze onderzoeker aan de IND. De IND kan tot 30 dagen na aanvraag bezwaar maken. Als dat gebeurt moet de onderzoeker terugkeren naar het eerste VVR land. Na afloop van deze 30 dagen termijn, of bij ontvangst van bevestiging dat onderzoeker mag blijven, heeft de onderzoeker dezelfde arbeidsmarktrechten als een houder van een verblijfsvergunning 2016/801. Als het wenselijk is, kan de onderzoeker een sticker halen bij de IND, om aan te tonen dat er sprake is van legaal verblijf.
- Uitgaande KTM: de onderzoeker met verblijfsvergunning aan uw instelling kan tot 180 dagen naar een ander EU land waar de richtlijn van toepassing is, er hoeft geen verblijfsvergunning aangevraagd te worden in dat andere land. Wel kan een andere procedure van toepassing zijn. Het is belangrijk dat u 30 dagen voorafgaand aan de mobiliteit deze doorgeeft aan de IND. Een voordeel hiervan is dat de IND ervoor zorgt dat de BRP-code verandert van deze persoon, zodat er geen problemen optreden bij een langer verblijf in het buitenland. De verblijfsvergunning in NL blijft gewoon geldig.
- Inkomende LTM: iemand die een verblijfsvergunning als onderzoeker heeft bij een ander EU-land, waar de richtlijn 2016/801 van toepassing is, kan naar NL komen voor een verblijf langer dan 180 dagen. In dat geval is er sprake van Lange Termijn Mobiliteit (LTM). U vraagt gewoon een verblijfsvergunning aan voor deze persoon, maar geeft op het aanvraagformulier aan dat er sprake is van LTM. Nu kan de IND de gegevens over de gebruikmakers van deze mobiliteit doorsturen naar de EC (verplichting) én blijft de verblijfsvergunning van de onderzoeker in het eerste land geldig tijdens het verblijf in Nederland. Tijdens het verblijf in Nederland bent u ‘gewoon’ erkend referent voor deze onderzoeker.
- Uitgaande LTM: de onderzoeker met verblijfsvergunning aan uw instelling kan langer dan 180 dagen naar een ander EU land waar de richtlijn van toepassing is. Zolang er aan hetzelfde onderzoek wordt gewerkt gelden ook hier versoepelde regels. Per land kan gekozen zijn of er een procedure van toepassing is en hoe die eruit ziet. Er zijn wel eisen gesteld aan het aantal documenten en gegevens dat er gevraagd mag worden. Ook hier is het belangrijk dat u 30 dagen voorafgaand aan de mobiliteit deze doorgeeft aan de IND. Een voordeel hiervan is dat de IND ervoor zorgt dat de BRP-code verandert van deze persoon, zodat er geen problemen optreden bij een langer verblijf in het buitenland. De verblijfsvergunning in NL blijft gewoon geldig.
Onderzoekers die onder de EU-richtlijn vallen mogen hun gezinsleden mee naar Nederland nemen als aan de algemene voorwaarden voor verblijf in het kader van gezinshereniging wordt voldaan (zoals het aantonen van de gezinsband en het beschikken over voldoende middelen van bestaan). Afhankelijk van de nationaliteit van de gezinsleden moeten zij ook in het bezit zijn van een MVV voordat zij Nederland in kunnen reizen. Als de gezinsleden tegelijkertijd met de onderzoeker meereizen, kan de werkgever de aanvraag voor de gezinsleden tegelijkertijd indienen met de aanvraag van de onderzoeker. Indien de gezinsleden op een later moment de onderzoeker achterna reizen, kan de aanvraag later worden ingediend.
MVV-plichtige gezinsleden die al door een andere EU-lidstaat in het bezit zijn gesteld van een geldige verblijfsvergunning in het kader van gezinshereniging bij een onderzoeker die onder de EU-richtlijn valt, mogen zonder MVV Nederland inreizen. Blijven zij langer dan drie maanden in Nederland om bij hun echtgenoot/partner/vader te zijn, dan moet er wel een verblijfsvergunning worden aangevraagd. Op het verblijfspasje van de gezinsleden komt de volgende arbeidsmarktaantekening te staan: ‘Verblijf bij (naam onderzoeker). Arbeid vrij toegestaan. TWV niet vereist’. Daarmee zijn ze vrij om elke vorm van economische activiteit op te pakken in Nederland.
- Meer informatie over de EU richtlijn 2016/801 vindt u op deze webpagina van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
- U kunt de gehele EU richtlijn 2016/801 hier downloaden.
- Een overzicht van de leges met betrekking tot de EU richtlijn 2016/801 kunt u vinden op deze webpagina van de Immigraite- en Naturalisatiedienst (IND).
De kennismigrantenregeling is een versoepelde toelatingsprocedure die alleen geldt bij een verblijf van meer dan 90 dagen. Om gebruik te maken van deze regeling moet uw instelling als erkend referent voor het doel arbeid bekend zijn bij de IND. Voor kennismigranten hoeft u geen tewerkstellingsvergunning aan te vragen. Mee- of nareizende familieleden hebben evenmin een tewerkstellingsvergunning nodig om in Nederland te kunnen werken. Ook voor de familieleden geldt een versnelde toelatingsprocedure.
Om als kennismigrant in aanmerking te komen moet uw gast óf een bepaald minimumsalaris verdienen óf een bepaalde functie uitoefenen. Hieronder leest u wie onder de definitie van kennismigrant valt:
- Kennismigrant 30 jaar of ouder. Een kennismigrant is een migrant die in Nederland arbeid in loondienst verricht. Voor een kennismigrant van 30 jaar of ouder geldt een salariscriterium van € 4.500 bruto per maand*.
- Kennismigrant jonger dan 30 jaar. Een kennismigrant is een migrant die in Nederland arbeid in loondienst verricht. Voor een kennismigrant jonger dan 30 jaar geldt een salariscriterium van € 3.299 bruto per maand*.
- Kennismigrant aansluitend op afstuderen of na zoekjaar hoogopgeleiden. Een kennismigrant is een migrant die in Nederland arbeid in loondienst verricht. Voor kennismigranten aansluitend op het zoekjaar hoogopgeleiden, of zonder vergunning zoekjaar hoogopgeleiden direct binnen 3 jaar na afstuderen of verrichten van wetenschappelijk onderzoek geld een salariscriterium van € 2.364* bruto per maand (Bron: IND ). Lees meer over het zoekjaar hoogopgeleiden op de webpagina van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
- Dit lage normbedrag geldt ook als uw werkgever een verblijfsvergunning kennismigrant voor u aanvraagt en u aan de voorwaarden voldoet voor het zoekjaar hoogopgeleiden, maar u niet eerder op basis van dezelfde studie of hetzelfde wetenschappelijk onderzoek een verblijfsvergunning voor het zoekjaar hoogopgeleiden hebt gehad.
- Hebt u eerder een verblijfsvergunning voor het zoekjaar hoogopgeleiden gehad, maar is tijdens of aansluitend op dit zoekjaar geen verblijfsvergunning kennismigrant voor u aangevraagd? Het lage normbedrag geldt voor u niet. In dat geval moet u, afhankelijk van uw leeftijd, een inkomen verdienen dat minimaal gelijk is aan het normbedrag voor kennismigranten 30 jaar of ouder of kennismigranten jonger dan 30 jaar.
- Wetenschappelijk onderzoeker. Hieronder valt staff dat is aangesteld op basis van een UFO functiecode 01 functie, die niet in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning onder de richtlijn 2016/801 (minder dan 50% van hun tijd besteden aan wetenschappelijk onderzoek). Aanvullende voorwaarden:
- U hebt voldoende inkomen als uw brote maandsalaris minimaal gelijk is aan het normbedrag voor alleenstaanden of echtparen / ongehuwd samenwonenden. Dit hangt af van uw gezinssituatie.
- Het aanstellingsbesluit of de arbeidsovereenkomst is ondertekend namens de instelling. In dit besluit of contract staan de functieduiding en de functiecode vermeld zoals opgesteld in het Universitair Functieordeningssysteem (UFO).
- Let op: de term wetenschappelijk onderzoeker kan verwarrend zijn. Hiermee wordt wetenschappelijk personeel onder UFO functiecode 01 anders dan onderzoekers bedoelt.
- Gastdocent. De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit de duur en de aard van de werkzaamheden en het loon blijken een aanstellingsbesluit of een gastovereenkomst (Bron: Vreemdelingencirculaire 2000 B6 4.3).
- Arts in opleiding. De arts in opleiding is verplicht een dienstverband in Nederland te hebben. Aanvullende voorwaarden:
- U hebt voldoende inkomen als uw bruto maandsalaris minimaal gelijk is aan het normbedrag voor alleenstaanden of echtparen / ongehuwd samenwonenden. Dit hang af van de gezinssituatie.
- De IND beschouwt een bewijs van inschrijving in het opleidingsregister van de Medische Specialisten Registratie Commissie, de Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie of de Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling is ingeschreven als arts of specialist in opleiding (Bron: Vreemdelingencirculaire 2000 B6 4.3).
*bedragen worden jaarlijks geindexeerd, dit zijn de bedragen voor 2019.
Wetenschappelijk onderzoekers, artsen in opleiding en gastdocenten moeten 70% van het wetttelijk minimumloon verdienen. Dit geldt ook als de wetenschappelijk onderzoeker, arts in opleiding of gastdocent een verblijfsvergunning als kennismigrant heeft en voor wetenschappelijk onderzoekers in de zin van de richtlijn EU/2016/801. Voor 1e helft 2019 is 70% van het bruto loon per maand €1.221,54 (Bron: IND).
- Uw instelling moet een aanvraag voor afgifte van een machtiging tot voorlopig verblijf indienen.
- Uw instelling moet de aanvraag voor een verblijfsvergunning begeleiden.
- Uw instelling moet zich garantstellen voor bepaalde kosten die uit het verblijf van de kennismigrant (en eventuele gezinsleden die meekomen) kunnen voortvloeien.
- Als de kennismigrant niet langer bij uw instelling werkt, moet u dit bij de IND melden. Dit wordt de ‘afmeldplicht’ genoemd. Door uw gast af te melden vervalt de garantstelling.
Het ‘zoekjaar hoogopgeleiden’ geeft hoogopgeleide vreemdelingen, tot drie jaar na afstuderen, promoveren of wetenschappelijk onderzoek doen, een jaar de tijd om een baan als kennismigrant te vinden of een innovatief bedrijf te starten.Een kennismigrant is in dit geval iemand die in dienst treedt bij een werkgever die bij de IND geregistreerd staat als zijnde gerechtigd om kennismigranten naar Nederland te halen. De kennismigrant dient in 2018 minimaal €2.314,- (ex. vakantiegeld) bruto per maand te verdienen (dit bedrag wordt jaarlijks opnieuw geïndexeerd).
U hebt in de afgelopen 3 jaar:
- een geaccrediteerde bachelor- of masteropleiding in Nederland afgerond.
- wetenschappelijk onderzoek verricht. U had in Nederland een verblijfsvergunning met als doel wetenschappelijk onderzoek in de zin van richtlijn 2005/71/EG of een verblijfsvergunning met als doel arbeid als kennismigrant voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek.
- een postdoctorale opleiding van ten minste een academisch jaar (minimaal 10 maanden) in Nederland afgerond.
- een opleiding afgerond in het kader van de Wet op het specifiek cultuurbeleid.
- een opleiding afgerond in het kader van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
- een mastergraad behaald in het kader van een Erasmus Mundus Masters Course.
- een bij ministeriële regeling aangewezen hoger onderwijsopleiding afgerond.
- aan een aangewezen buitenlandse onderwijsinstelling* een masteropleiding, een promotietraject of een postdoctorale opleiding afgerond of u bent gepromoveerd en u hebt:
- een minimale score behaald van 6.0 bij het International English Language Testing System
- een minimale score behaald van 6.0 in een Engelse taaltest zoals opgenomen in de Gedragscode internationale student hoger onderwijs
- een diploma, certificaat of document als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van het Besluit inburgering
- de masteropleiding, het promotietraject of de postdoctorale opleiding gevolgd in het Engels of het Nederlands
* Aangewezen buitenlandse onderwijsinstellingen zijn de onderwijsinstellingen opgenomen in de top 200 van de algemene ranglijsten of in de top 200 van de beschikbare ranglijsten per vakgebied - die overeenkomen met het vakgebied waarin u bent afgestudeerd of gepromoveerd - van:
- Times Higher Education World University Rankings
- QS World University Rankings
- Academic Ranking of World Universities
De werkgever hoeft niet over een tewerkstellingsvergunning (TWV) te beschikken voor een werknemer met een verblijfsvergunning zoekjaar hoogopgeleiden.
De partner is, net als de hoofdaanvrager van het zoekjaar, vrij op de arbeidsmarkt. Gezinshereniging is toegestaan, maar in dat geval gelden de normbedragen voor ‘verblijf bij partner’.
Gedurende het jaar heeft de vreemdeling geen recht op het ontvangen van een bijstandsuitkering. Als hij een beroep doet op de openbare kas, kan de verblijfsvergunning worden ingetrokken.
Aan het einde van het zoekjaar kan de verblijfsvergunning niet worden verlengd. De houder van de verblijfsvergunning is verplicht om tijdig (voor afloop van zijn huidige vergunning) een wijziging van de beperking aan te vragen, bijvoorbeeld naar kennismigrant, of voor afloop van de verblijfsvergunning Nederland te verlaten.
Het zoekjaar kan meerdere keren aangevraagd worden. Dit kan echter niet op basis van dezelfde graad of hetzelfde onderzoek, maar wel als er een nieuwe graad is behaald of een nieuw onderzoek is afgerond.
- Snelle doorlooptijd. Beslissing op eerste aanvraag ligt in de praktijk op 2 weken. (Let op, verlengingen duren doorgaans langer)
- Eén aanvraagprocedure voor inreisvisum (MVV) en verblijfsvergunning.
- Vergunning wordt verstrekt voor de duur van het hele verblijf (tot maximaal 5 jaar).
- Werkvergunning zit in de verblijfsvergunning verwerkt.
- Meenemen van partners/kinderen, verloopt ook versneld.
- Partner krijgt vrij toegang tot de arbeidsmarkt.
- Digitale aanvragen indienen is mogelijk.
Machtiging Voorlopig Verblijf (MVV)
Uw gast heeft naast een verblijfvergunning ook een Machtiging Voorlopig Verblijf (MVV) nodig. Een MVV is een sticker die in het paspoort van uw gast wordt geplakt op de ambassade. Op de sticker staat achter 'type visum' de letter 'D'. Deze sticker geeft hem het recht om Nederland in te reizen. Daar krijgt uw gast een verblijfsvergunning, dat hem legaal verblijfsrecht verleend. Als uw gast na aankomst in Nederland op reis moet naar het buitenland en hij is nog niet in het bezit van een verblijfsvergunning, dan kan hij op basis van zijn MVV maximaal 90 dagen in het Schengengebied verblijven.
Aanvraag Machtiging Voorlopig Verblijf (MVV)
Op deze webpagina van het ministerie van Buitenlandse Zaken kunt u kijken of uw buitenlandse gast een inreisvisum MVV nodig heeft, dit is vaak wel het geval als uw gast een nationaliteit uit landengroep 3 heeft. Meer informatie over het MVV leest u op deze webpagina van Koninkrijk der Nederlanden.
De MVV aanvraag is volledig in de verblijfsvergunningsaanvraag geschoven. U vraagt de MVV aan door bij de aanvraag verblijfsvergunning, de optie te kiezen "inclusief MVV".
Nadat de IND een positief besluit heeft genomen, wordt de desbetreffende Nederlandse vertegenwoordiging hiervan op de hoogte gesteld. De onderzoeker kan nu naar de ambassade of het consulaat gaan om de officiële MVV-aanvraag in te dienen. Tevens worden vingerafdrukken en een pasfoto afgenomen, en moet de betrokkene zijn handtekening zetten. Deze biometrische gegevens zullen op de verblijfspas worden gezet die uitgereikt wordt na aankomst in Nederland.
Kennismigranten en richtlijners mogen hun gezinsleden mee naar Nederland nemen als aan de algemene voorwaarden voor verblijf in het kader van gezinshereniging wordt voldaan (zoals het aantonen van de gezinsband en het beschikken over voldoende middelen van bestaan). Afhankelijk van de nationaliteit van de gezinsleden moeten zij ook in het bezit zijn van een MVV voordat zij Nederland in kunnen reizen.
Reizen de gezinsleden tegelijkertijd met uw gast mee, dan kan de werkgever de aanvraag voor de gezinsleden tegelijkertijd indienen met het verzoek van de gast. Reizen de gezinsleden op een later moment, dan kan de aanvraag later worden ingediend.
Terugkeervisum
Een terugkeervisum is een sticker die in het paspoort wordt geplakt. Met deze sticker kan uw gast terugkeren naar Nederland als hij nog geen (nieuwe) verblijfsvergunning heeft. Een terugkeervisum is soms nodig voor gasten uit landengroep 4. In de volgende gevallen is een terugkeervisum voor uw gast uit landengroep 4 echter nooit nodig:
- Uw gast is ingereisd met een geldige MVV (D-visum). Hij moet dan wel terugkeren naar Nederland voordat 90 dagen zijn verstreken vanaf de eerste datum van inreis.
- Uw gast heeft een Nederlandse verblijfsvergunning. Hij moet dan wel terugkeren naar Nederland voordat de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning afloopt.
Voorwaarden terugkeervisum
Een aanvraag voor een terugkeervisum wordt niet onder alle omstandigheden gehonoreerd. In de volgende situaties zal de IND doorgaans een terugkeervisum afgeven:
- Uw gast heeft tijdig een verlenging van zijn verblijfsvergunning aangevraagd, maar nog geen nieuwe verblijfspas ontvangen.
- De verblijfsvergunning van uw gast is gestolen of zoekgeraakt. In dat geval moet hij wel een proces-verbaal kunnen tonen.
Als uw gast in afwachting is van de beslissing op zijn eerste aanvraag voor een verblijfsvergunning, geeft de IND alleen in dringende gevallen een terugkeervisum af. Voorbeelden van zulke situaties zijn ernstige ziekte of overlijden van een naast familielid. Maar ook voor een zaken- of studiereis of deelname aan excursie/werkweek in het kader van een opleiding of studie kan een terugkeervisum worden afgegeven.
Let op: Met het terugkeervisum mag uw gast door andere Schengenlanden terugreizen naar Nederland. Dit visum geeft geen recht op verblijf, zoals vakantie, in een ander Schengenland. Mogelijk is dus een (vakantie)visum nodig voor verblijf in een ander Schengenland.
Aanvraagprocedure terugkeervisum
Uw gast moet een aanvraag voor een terugkeervisum zelf indienen bij uw regionale IND-loket, dit kan alleen op afspraak. Alles over het maken van een afspraak voor een aavraag vindt u op deze webpagina van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Als alles in orde is, wordt het terugkeervisum bij de afspraak direct afgegeven. Uw gast moet dan altijd zijn paspoort meenemen, deze moet nog minimaal drie maanden geldig zijn. Als de vorige verblijfsvergunning is gestolen of zoekgeraakt moet hij ook een proces-verbaal kunnen laten zien. De IND zal uw gast bij het maken van de afspraak laten weten of hij nog andere stukken mee moet nemen. Meer informatie over het terugkeervisum vindt u op deze webpagina van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
Tewerkstellingsvergunning voor de arbeidsmarkt
Voor gasten die in de academische wereld komen werken, hoeft u in de meeste gevallen geen tewerkstellingsvergunning (TWV) aan te vragen. Waarschijnlijk komt uw gast in aanmerking voor een verblijfsdoel waarbij hij mag werken zonder TWV. Zo wordt stage wordt ook gezien als arbeid, het is dan ook noodzakelijk om na te gaan of een TWV voor stage verplicht is en of dat er kan worden volstaan met de BUWAV stageovereenkomst. Dus let op: het verblijfsdoel is altijd doorslaggevend.
Wanneer dit niet het geval is moet u wel een TWV aanvragen, lees meer informatie over de over de voorwaarden en aanvraagprocedure van een TWV op deze pagina van EURAXESS Netherlands over werkvergunningen.